130 jaar geleden bouwde dit merk nog fietsen, nu rijdt het elektrisch de toekomst in (met een kijkje in het verleden)
In dit artikel:
Op het terrein waar Laurin & Klement hun eerste fietsen bouwden vierde Škoda deze week zijn 130-jarig bestaan tijdens de Classic Days: geen louter nostalgisch feestje, maar een overzicht van de technologische reis van houten spaakwielen naar elektrische conceptcars. Het merk begon in 1895 met fietsen; rond 1905 rolde de tweezits Voiturette A (7 pk, circa 40 km/u) van de band. Belangrijke mijlpalen waren de fusie met het Pilsense Škoda‑bedrijf in 1925 en de toetreding tot de Volkswagen Group in 1991, waarna het merk uitgroeide tot een wereldspeler in bijna 100 markten.
Op de show stonden historische iconen centraal: de Popular Monte Carlo uit de jaren 1936–1939, de luxueuze Superb 3000 OHV uit de oorlogsjaren, de elegante Felicia Cabriolet (1959–1964) en sportieve types zoals de Škoda Sport die Le Mans aantastte maar strandde na een kapotte zuigerpen — een klein onderdeel met grote consequenties.
Voor het jubileum gaf Škoda zijn ontwerpafdeling carte blanche om klassiekers te herinterpreteren: de Voiturette als deels autonome eVoiturette met 3D‑geprinte onderdelen, een moderne roadstervariant van de Popular Monte Carlo en de Felicia‑geïnspireerde Bohe Vita die nostalgie koppelt aan hightech.
De centrale boodschap van de gebeurtenis is veerkracht: een geschiedenis vol pieken en dalen — van oorlog en staatsindustrie tot wereldwijde expansie en nu elektrische mobiliteit (met de eerste volledig elektrische Enyaq in 2020). Škoda presenteert erfgoed niet als last, maar als inspiratiebron voor de toekomst van de Europese auto-industrie.