Alfa Romeo Canguro - zo kwam de vergeten auto weer tot leven
In dit artikel:
Eind jaren zestig botsten op het circuit van Monza tijdens het opnemen van een promotiefilm twee unieke Bertone-concepten: de Chevrolet Corvair Testudo en de Alfa Romeo Canguro. De Corvair kon na schadeherstel worden doorverkocht; de Canguro liep zo’n zware neusbeschadiging op dat herstel destijds niet rendabel werd geacht, maar het chassis werd ook niet direct gesloopt.
De Canguro ontstond in 1964 bij Bertone op verzoek van Alfa Romeo als mogelijke straatvariant van de succesvolle TZ-raceauto’s. Autodelta leverde aangepaste TZ-chassis aan zowel Bertone als Pininfarina; het ontwerp van Bertone—gemaakt door de toen nog jonge Giorgetto Giugiaro—viel op door zijn extreem lage silhouet (106 cm), vloeiende lijnen, afgekapte coda tronca en in het dak doorlopende portieren. De lichtgewicht carrosserie (ongeveer 660 kg) was van glasvezel en had panoramische, met de body verlijmde ruiten, en werd aangedreven door een 1,6-liter twin-cam met dubbele ontsteking (circa 170 pk). Een beperkte productie kwam er niet omdat Autodelta daar geen capaciteit voor had; ontwerpelementen vonden later deels hun weg naar de Alfa Montreal.
Jarenlang stond het overgebleven koetswerk achter de Bertone-fabriek blootgesteld en ontdaan van techniek, totdat verzamelaar Shiro Kosaka de auto verwierf en volledig restaureerde. In 2005 schitterde de Canguro opnieuw op Villa d’Este. Tegenwoordig wordt de waarde van zo’n unieke concept-Apha op meerdere miljoenen geschat; restauratiekosten zijn extreem hoog—ter vergelijking gaat een TZ1 rond de Monterey met een schatting van 700.000–900.000 dollar.