Audi in de problemen met nieuw elektrisch vlaggenschip
In dit artikel:
De toekomst van de Audi A8 is onzeker nadat de ontwikkeling van een opvolger op losse schroeven kwam te staan. Audi werkte aan twee opvolgende A8‑varianten — onder meer een volledig elektrische concurrent voor de Mercedes EQS en BMW i7 — met 2027 als beoogd introductiejaar. Volgens Duitse media is dat plan nu opgeschort, vooral door een wijziging in de koers van Porsche, dat binnen de Volkswagen‑groep verantwoordelijk is voor luxeplatformen.
Het beoogde K1‑platform van Porsche, waarop de elektrische A8 had moeten rusten, is uitgesteld omdat Porsche zich voorlopig op andere prioriteiten richt en zijn toekomstige topmodel niet als EV, maar als benzineauto wil uitbrengen. Daardoor ontbreekt Audi de gedeelde technologische basis: een eigen platform bouwen voor één model is financieel en qua tijd onhaalbaar. De beschikbare VW‑architecturen — PPC voor verbrandingsmotoren en PPE voor modellen zoals de A6 e‑tron en Q6 e‑tron — zijn volgens ingewijden te klein of te simpel voor een volwaardige A8.
Audi staat voor een lastige keuze: opnieuw inzetten op een verbrandings‑topmodel om tijd te winnen, of proberen een compromis met een te klein EV‑onderstel. Geen van beide opties is ideaal en er is nog geen definitieve beslissing genomen. Ondertussen lopen concurrenten niet achter: Mercedes wil de S‑klasse geleidelijk volledig elektrisch maken en BMW bouwt zijn volgende vlaggenschepen op het Neue Klasse‑platform. De huidige A8‑generatie blijft in productie tot eind 2026; een duidelijk zicht op de opvolger ontbreekt nog. Voor Audi, dat zich graag profileert als technologieleider, is dit een gevoelige positie die vragen oproept over merkbeeld en strategische wendbaarheid binnen de VW‑groep.