Autobelasting moet op de schop, maar hoe?

In dit artikel:

De VVD heeft zich uit het idee teruggetrokken om autobelastingen te verschuiven van bezit naar gebruik, tot teleurstelling van GroenLinksPvdA dat zo’n systeem logisch en eerlijk vindt. In 2022 pleitte toenmalig VVD-minister Mark Harbers nog voor een eenvoudiger systeem van betalen naar gebruik; nu zet de VVD tijdens de verkiezingscampagne in op “rust in de portemonnee” en verlengt zij de huidige verlaging van de brandstofaccijns tot 2030. De partij wil wel een brede hervorming van de autobelasting, maar niet als die leidt tot hogere lasten voor automobilisten.

Andere partijen reageren kritisch of stellen alternatieven voor. GroenLinks-PvdA wil de motorrijtuigenbelasting (MRB) afschaffen en vervangen door een belasting op werkelijk gebruik, zowel om files terug te dringen als om klimaatdoelen beter te halen. Kamerlid Stultiens noemt betalen naar gebruik een betere aanpak dan het huidige bezit-georiënteerde systeem.

D66 waarschuwt dat maatregelen zoals een spitsheffing de brede toegankelijkheid van de auto kunnen aantasten, bijvoorbeeld voor tweeverdieners die soms twee auto’s nodig hebben. Volgens D66 moet een hervorming zorgvuldig de balans tussen aanschaf, bezit en gebruik bewaren en sociaal geleidelijk worden ingevoerd; losse maatregelen pakken het probleem niet integraal aan. De partij ziet de tijdelijke accijnsverlaging bovendien niet als permanente oplossing en benadrukt dat bereikbaarheid meer is dan alleen autoverkeer — ook openbaar vervoer speelt een rol.

Het CDA benadrukt dat autobezit essentieel blijft in perifere gebieden waar het OV beperkt is. Het pleit voor gerichte congestieheffingen op drukke plekken en tijden, waarmee volgens het CDA ongeveer 7 procent van het spitsverkeer kan worden weggenomen en zo de economische schade van files — geschat op 4–5 miljard euro per jaar — kan verminderen. Het CDA wil ook investeren in wegenonderhoud en ervoor zorgen dat autorijden betaalbaar blijft binnen een breed pakket van maatregelen.