Bloedrode verliescijfers voor Nissan
In dit artikel:
Nissan verkeert in een financiële crisis die veel ernstiger is dan eerder ingeschat: het Japanse automerk waarschuwt voor een verlies van maar liefst 750 miljard yen (4,62 miljard euro) over het boekjaar dat eindigde op 31 maart, terwijl aanvankelijk werd gerekend op circa 80 miljard yen. Deze forse tegenvaller komt door verouderde modellen, hevige concurrentie – vooral in Noord-Amerika – en hoge reorganisatiekosten. Nissan moest ook aanzienlijke afschrijvingen doen op fabrieken in meerdere regio’s, waaronder Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Europa en Japan.
De problemen zijn mede terug te voeren op interne onrust sinds de arrestatie en latere vlucht van topman Carlos Ghosn in 2018, die een leiderschapsvacuüm achterliet. Pogingen tot een fusie met Honda strandden na het aantreffen van verborgen financiële problemen in Nissan, waardoor Honda enkel een overname tegen een lage prijs zag zitten. De aanpak van de huidige directie, onder opvolger Ivan Espinosa, richt zich op het zoeken naar een strategische partner, mogelijk in de hightechsector, om het merk te kunnen redden.
Bijkomende tegenslagen zijn onder meer de aangekondigde Amerikaanse importheffingen, die de kosten voor Nissan’s belangrijkste markt flink verhogen. Ongeveer 30 procent van de omzet komt uit de VS, waar veel voertuigen uit Japan en Mexico geïmporteerd worden en zo duurder worden.
Ook op de Nederlandse markt laat Nissan een dalende verkooptrend zien. Sinds het topjaar 1991, toen ruim 31.500 auto’s werden verkocht, is het marktaandeel gedaald. Na een lichte opleving in 2018 door de elektrische Leaf, vielen de verkoopcijfers vorig jaar terug tot 5.500 stuks. Pas met nieuwe elektrische modellen zoals de Leaf en Micra, gepland voor 2026, hoopt Nissan in Nederland de verkoop weer te stimuleren. Op de Noord-Amerikaanse markt bieden deze toekomstmodellen echter geen oplossing voor de huidige crisis.
Kortom, Nissan staat voor enorme uitdagingen door verouderde productlijnen, organisatorische problemen, zware verliezen en externe handelsbelemmeringen, waardoor het voortbestaan van het merk zonder strategische samenwerking twijfelachtig wordt geacht.