BMW 3-serie vs. Audi A5: de beste Duitse sedan
In dit artikel:
De Audi A5 E-Hybrid Quattro en de BMW 330e plug-in hybrides bieden beide ongeveer 300 pk, een elektrische actieradius rond de 100 kilometer en starten net onder de zestigduizend euro, mede dankzij gunstige belastingregels. De A5 is groter dan zijn voorganger A4 en volgt Audi’s eerdere, inmiddels losgelaten nummerstrategie; de 3-serie is recent gefacelift met een verdubbelde batterijcapaciteit tot 19,5 kWh, waardoor hij nu ook circa 100 kilometer elektrisch kan rijden.
Qua prijs leveren beide modellen veel uitrusting: de Audi A5 biedt standaard al navigatie, adaptieve cruise control, verwarmde stoelen en parkeersensoren voor 57.490 euro, met uitbreidingsopties zoals een sportief S Edition-pakket en een geavanceerd Tech Pro-pakket. De BMW 330e begint iets duurder, maar is vergelijkbaar uitgerust en biedt tegen meerprijs pakketten voor sportiviteit, comfort en technologie. Qua kosten verschillen ze in lease (Audi goedkoper), verzekering en wegenbelasting (BMW voordeliger).
De Audi is met 4,83 meter langer, lager en breder dan de 3-serie en heeft een liftback-achtig ontwerp met een ruime vijfde deur. De BMW blijft een klassieke sedan met een traditioneel interieur waar hoogwaardige materialen en solide afwerking opvallen. De A5 gebruikt iets luxueuzer ogende materialen, maar de bediening bevat wat glanzend plastic dat minder gewaardeerd wordt. Zitcomfort is in beide hoog, met een lichte voorsprong voor Audi wat de passagiersruimte voorin betreft, terwijl de BMW achterin meer beenruimte biedt. De kofferbak is door de liftback-constructie van de Audi praktischer, alhoewel beide plug-in varianten door de accu’s minder laadruimte hebben dan hun conventionele tegenhangers.
Op infotainmentgebied werkt het BMW-systeem met draaiknop en fysieke knoppen iets gebruiksvriendelijker, maar de Audi blinkt uit in duidelijkheid en snellere spraakbediening via ChatGPT-technologie. Beide navigatiesystemen optimaliseren ritten efficiënt qua energiegebruik.
Prestatietechnisch is de Audi met zijn 299 pk krachtiger en biedt die met een elektrische range van ruim 117 kilometer een verfijnder en zuiniger aandrijflijn dan de BMW, die 292 pk levert en zo’n 99 kilometer elektrisch rijdt. De BMW verbruikt iets meer brandstof wanneer de accu leeg is en haalt meer koppel uit de benzinemotor, wat zorgt voor een opwindender rijervaring. De Audi biedt comfortabele, soepele wegligging met subtiele vierwielaandrijving, terwijl de BMW sportiever stuurt door een betere balans dankzij de accu onder de achterbank. Het rijgedrag van de BMW is directer en dynamischer, met een fijnere stuurrespons. Remmen voelen in de Audi consistenter aan; de BMW rempedaal voelt minder solide.
Op het gebied van rijhulpsystemen heeft de Audi meer adaptieve functies, zoals snelheidsaanpassing op basis van verkeerssituaties en rotondes, waar de BMW simpelere maar degelijke systemen biedt.
Beide stekkerhybrides vormen geen papieren tijger, maar passen goed in het dagelijks gebruik met een overtuigende elektrische rijervaring en de flexibiliteit van een benzinemotor. Voor wie een ruimere kofferbak wenst, is een stationwagon-variant aan te raden, al kost die iets meer. Uiteindelijk wint de Audi A5 E-Hybrid Quattro het totaalplaatje dankzij zijn langere elektrische actieradius, soepelere aandrijflijn, meer comfort, betere zitpositie en four-wheel drive. De BMW 330e speelt echter vooral in op dynamiek en rijplezier en stelt op geen enkel vlak teleur. Beide modellen zijn aantrekkelijke opties in de hogere middenklasse plug-in sedanmarkt.