BREEK: Porsche stelt EV-plannen uit en zet vol in op verbrandingsmotor!
In dit artikel:
Porsche heeft zijn koers drastisch aangepast nadat de verwachte doorbraak van elektrische voertuigen (EV’s) uitbleef. CEO Oliver Blume maakte tijdens een aandeelhoudersbijeenkomst bekend dat het sportwagenmerk de productstrategie herstructureert: belangrijke modellen blijven langer leverbaar met verbrandingsmotoren en plug‑in hybrides in plaats van alleen als EV’s.
Concreet betekent dit dat de grote SUV die eerder als volledig elektrisch project ‘K1’ werd gepresenteerd, bij de introductie eerst alleen met een verbrandingsmotor en als plug‑in hybride verkrijgbaar zal zijn. Ook de Panamera en Cayenne blijven tot ver in de jaren 2030 beschikbaar met benzinemotoren en hybridevarianten; de geplande elektrische Cayenne wordt uitgesteld. Opvallend genoeg verandert Porsche het korte termijn verkoopdoel voor volledig elektrische auto’s niet: dit jaar moet nog steeds 20–22% van de leveringen BEV’s zijn.
Binnen de Volkswagen‑Groep wordt ook het nieuwe SSP‑platform voor sportievere EV’s op de lange baan geschoven en pas in de jaren ’30 verder ontwikkeld en technologisch herzien in samenwerking met andere merken van de groep. De toekomst van iconische modellen krijgt variërende aandacht: de 911 blijft naar verwachting nog even met benzinemotoren (soms met hybride ondersteuning) beschikbaar, terwijl de positie van de kleinere 718‑serie onduidelijker is en in de presentatie weinig nadruk kreeg.
De koerswijziging heeft een stevige prijs. Alleen al het uitstel en de aanpassing van EV‑projecten kost Porsche naar schatting circa 3,1 miljard euro. In combinatie met extra importtarieven en een terugval in de Chinese luxemarkt dwingt dat tot het neerwaarts bijstellen van de verwachte operationele winst: waar oorspronkelijk zo’n 1,8 miljard euro werd beoogd, blijft er nu aanzienlijk minder over (ongeveer 760 miljoen euro genoemd).
Porsche zet hiermee duidelijk in op behoud van rijplezier en merkidentiteit door langere beschikbaarheid van verbrandings- en hybride-varianten, maar betaalt dat in financiële termen en schuift grote elektrificatieplannen naar later. De beslissing weerspiegelt de trager dan verwachte vraag naar exclusieve elektrische voertuigen en plaatst het merk tijdelijk op een meer terughoudend pad richting volledige elektrificatie.