BYD bouwt nóg een fabriek in Europa die allesbehalve standaard wordt: 'Auto's bouwen is niet genoeg'
In dit artikel:
Chinese autobouwer BYD breidt snel in Europa en wil tegelijkertijd de afhankelijkheid van China verminderen door niet alleen auto’s lokaal te assembleren maar ook batterijen in Europa te produceren. In minder dan tien jaar is BYD uitgegroeid tot een van de grootste autofabrikanten ter wereld; het topmanagement heeft ambities om een toonaangevend merk in de auto-industrie te worden.
In februari 2024 maakte BYD bekend dat de eerste Europese productielocatie in Hongarije komt; de bouw is in volle gang en de productie zou eind dit jaar of begin 2026 kunnen starten. De BYD Dolphin Surf wordt het eerste model dat in Europa van de band zou rollen. Turkije is de tweede geplande productielocatie: hoewel buiten de EU, wordt productie daar door Brussel niet als ‘Chinees’ gezien, waardoor BYD extra invoerheffingen kan vermijden. Hybride modellen blijven voorlopig nog uit China komen, omdat daar geen extra tarieven voor gelden.
Voor de derde fabriek richt BYD zich waarschijnlijk op accu’s in plaats van assemblage. Volgens Alfredo Altavilla, speciaal adviseur voor Europa, heeft het weinig zin auto’s hier te bouwen als de batterijen alsnog uit China moeten komen. Met drie Europese sites wil BYD gezamenlijk een capaciteit van ongeveer 500.000 auto’s per jaar bereiken. Of de derde locatie direct een batterijfabriek wordt of toch extra assemblage bevat, is nog niet definitief.
De locatiekeuze hangt sterk af van energiekosten en lokale stimuleringsmaatregelen; Spanje wordt genoemd als serieuze kandidaat, mede dankzij de komst van CATL’s grote accufabriek in Zaragoza. BYD verwacht snel een beslissing te nemen. De stap onderstreept dat het bedrijf in Europa niet alleen wil produceren, maar ook de kerntechnologie — accu’s — in eigen beheer wil brengen om zich blijvend te verankeren in de Europese auto-industrie.