BYD nestelt zich in de Europese Unie

In dit artikel:

Het Chinese elektronicamerk BYD, bekend als wereldwijde koploper in elektrische voertuigen (EV’s) en inmiddels groter dan Tesla, zet stevige stappen om een echt Europees merk te worden. Om invoerheffingen van 35 procent op Chinese auto’s, ingesteld door de Europese Commissie, te omzeilen, opent BYD in de tweede helft van 2024 een geavanceerde autofabriek in Hongarije. In deze fabriek worden volledig elektrische en plug-in hybride voertuigen geproduceerd voor de Europese markt.

Daarnaast vestigt BYD ook zijn Europese hoofdkantoor in Hongarije, waarmee het bedrijf formeel binnen de EU opereert en daarmee de argumenten voor hoge importtarieven ondergraaft. Deze zet gaat gepaard met de creatie van circa 2.000 nieuwe banen, niet alleen in productie, maar ook in ontwerp en ontwikkeling. De Hongaarse premier Victor Orbán speelde een centrale rol in het binnenhalen van BYD, waarbij hij zijn land positioneert als een belangrijke hub voor elektrische mobiliteit in Europa.

De samenwerking tussen Hongarije en BYD wordt beschouwd als een concrete uitkomst van het Chinese Belt and Road Initiative, waarbij ook Chinese provinciale leiders deze band onderstrepen. Orbán ziet nauwe banden met China als economisch voordeel voor Hongarije en is geen voorstander van importheffingen op Chinese EV’s, wat benadrukt dat zijn land de relatie met China wil versterken.

Met deze ontwikkeling werkt BYD actief aan de transformatie van een Chinees naar een Europees merk, wat mogelijk leidt tot gunstigere prijzen en een stijging van de verkoop in Europa. De investering in Hongarije markeert een belangrijke mijlpaal in de groei van elektrische mobiliteit op het continent en illustreert de strategische keuzes van Hongarije binnen de EU.