BYD wil toch nog geen Europees merk worden

In dit artikel:

De Chinese autofabrikant BYD ondervindt flinke problemen door de door de EU opgelegde importheffingen, waardoor haar plannen om als Europees merk te opereren onder druk staan. Hoewel Hongarije, onder leiding van premier Victor Orbán, zich aanvankelijk enthousiast opstelde en met een investering van ongeveer vier miljard euro een fabriek in Szeged opzet om vanaf 2026 jaarlijks 150.000 elektrische auto's te produceren, dreigt die ambitie te stranden. De productie wordt nu deels verschoven naar Turkije, waar de kosten lager zijn en BYD auto's zonder importheffingen de EU-markt kan betreden. Deze Turkse fabriek zou al eind 2026 operationeel zijn, met een productieopbouw naar 150.000 voertuigen in 2027 en verdere groei in 2028. De beslissing om de productie naar Turkije te verplaatsen betekent een flinke tegenvaller voor Hongarije, dat gehoopt had een belangrijke Europese speler in elektrische auto's te worden. BYD is niet het enige Chinese merk dat kiest voor Turkije; ook Chery investeert daar fors in een nieuwe fabriek met een capaciteit van 200.000 auto's per jaar. Hierdoor zal de Europese markt niet alleen worden overspoeld met volledig elektrische voertuigen uit China, maar ook met hybride modellen, waarbij de importheffingen van de EU het Chinese aanbod niet langer kunnen stoppen.