China overspoelt mondiale automarkt met onverkoopbare benzineauto's

dinsdag, 2 december 2025 (17:53) - Auto Internationaal

In dit artikel:

Chinese autofabrikanten dumpen goedkope benzineauto’s op buitenlandse markten omdat die modellen in eigen land geen kans meer hebben door de snelle overstap naar elektrische voertuigen. Binnen enkele jaren veroverden New Energy Vehicles (NEV’s)—stekkerauto’s en plug‑ins—ongeveer de helft van de binnenlandse Chinese markt. Subsidies en staatssteun voor NEV‑producenten veroorzaakten een bittere prijzenoorlog, waardoor klassieke benzinemodellen onverkoopbaar werden. Als uitweg worden die voertuigen massaal geëxporteerd.

Ruim driekwart van de Chinese autotransporten bestaat inmiddels uit auto’s zonder stekker. Volgens adviesbureau Automobility steeg het jaarlijkse exportvolume van zulke personenauto’s van circa 1 miljoen naar ongeveer 6,5 miljoen (projectie naar 2025); in 2024 was die export voldoende om China tot ’s werelds grootste auto‑exporteur te maken. Grote staatsconcerns als SAIC, BAIC, Dongfeng en Changan voeren veel van die zendingen uit; SAIC zag zijn export bijvoorbeeld groeien van ~400.000 voertuigen in 2020 tot ruim 1 miljoen in 2024, Dongfeng vervijfvoudigde bijna.

Die goedkope benzineauto’s vinden vooral afzet in zogenaamde secundaire markten waar laadinfrastructuur schaars is en elektrische voertuigen onbetaalbaar blijven: landen als Servië, Uruguay, delen van Afrika, het Midden‑Oosten en Latijns‑Amerika. Terwijl EU en VS vooral focussen op zwaar gesubsidieerde Chinese EV’s en daarvoor importheffingen opleggen, merken westerse fabrikanten ook toenemende concurrentie van niet‑geëlektrificeerde Chinese modellen op exportmarkten.

Voor Europese en Amerikaanse automakers is dit een nieuwe uitdaging: grotere concerns tonen zichzelf strijdbaar, maar kleinere spelers (bijv. KGM, Mitsubishi, Nissan) hebben het moeilijker. Op de langere termijn streeft Beijing ernaar wereldwijd te domineren in NEV’s, maar voorlopig gebruiken Chinese bedrijven export van conventionele auto’s om overcapaciteit en binnenlandse omzetverlies te compenseren. Dit roept niet alleen economische maar ook beleidsmatige en milieuvragen op over handelsbescherming, concurrentie en de wereldwijde overgang naar schoner vervoer.