Citroën C4: uitstel van executie

In dit artikel:

Stellantis verlengt de productie van de huidige Citroën C4, die in Madrid-Villaverde (Spanje) wordt gemaakt, van het geplande einde van 2027 naar 2029. De derde generatie C4 (CMP-platform), gelanceerd in 2020 en vernieuwd in 2024, blijft dus langer in productie — niet omdat de auto sterk verkoopt, maar omdat Stellantis zijn industriële strategie herijkt. Daardoor krijgt het personeel in Madrid zo’n anderhalf tot twee jaar extra werk, maar blijft de toekomst van de fabriek onzeker vanaf 2029.

De opvolger van de C4 wordt volledig elders gebouwd: in Kenitra (Marokko) op het modulaire Smart Car-platform dat ook voor de C3/C3 Aircross wordt gebruikt. In die fabriek start Stellantis vanaf februari 2026 met productie op die technische basis; de eerste auto’s zullen een Fiat-SUV betreffen. Qua vorm zal de nieuwe C4 de overgang naar een volwaardige SUV afronden en mikt hij op concurrentie met modellen als de Dacia Duster. Het design zal grotendeels voortbouwen op de Oli-conceptstudie uit 2022; Citroëns designchef gaf aan dat het nieuwe model voor ongeveer zeventig procent op die studie zal lijken.

De verschuiving naar Marokko en de verlenging van de huidige C4 worden gedreven door vertragingen in het SP3/ STLA Small‑project en door lagere dan verwachte vraag naar EV’s, waardoor Stellantis kiest voor multi-energiestrategieën in plaats van volledig elektrische compacte platforms. De huidige C4 blijft hierdoor relevant dankzij benzine-, mild-hybride en elektrische opties.