CJIB-directeur haalt uit: 'Verkeersboetes zijn buiten proportie'

In dit artikel:

Albert Hazelhoff, directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), waarschuwt dat verkeersboetes in Nederland inmiddels buiten verhouding zijn geraakt met de overtredingen zelf. In een recent interview met de Leeuwarder Courant (via de NOS) wijst hij vooral op de harde opslagen bij te laat betalen: na een eerste aanmaning wordt de boete 1,5 keer zo hoog en bij aanhoudende niet-betaling verdubbelt het opnieuw, waardoor iemand uiteindelijk tot drie keer het oorspronkelijke bedrag kan moeten ophoesten. Dat staat in schril contrast met het strafrecht, waar verhogingen doorgaans rond de twintig procent liggen.

Hazelhoff vreest dat die sterke stijgingen met name kwetsbare betalenden in de problemen brengen en pleit voor een minder meedogenlijk systeem — bijvoorbeeld maar één aanmaning of lagere verhogingen — terwijl hij het huidige administratieve traject wel verdedigt omdat het voorkomt dat miljoenen automobilisten een strafblad krijgen en de rechtbanken overbelast raken. Ook het Openbaar Ministerie heeft eerder al vergelijkbare zorgen geuit.

Demissionair minister Foort van Oosten (Justitie en Veiligheid) erkent dat boetes "tamelijk hoog" zijn, maar ziet geen ruimte voor verlaging: de opbrengsten vullen onderdelen van justitie en de veiligheidsketen, zoals politie en brandweer. Verlaging zou een begrotingsgat veroorzaken, aldus de minister, die mensen erop wijst zich aan de regels te houden of een betalingsregeling te treffen als ze in de knel komen.

Kortom: groeiende onvrede over proportie en incassopraktijken versus politieke en financiële keuzes die handhaving en begrotingdominantie bepalen.