De Peugeot 406 is een fraai staaltje tijdloze klasse
In dit artikel:
Peugeot bracht in de jaren negentig een voortzetting van het succes van de 405: de 406, die in 1995 zijn intrede deed als nette, tijdloze middenklasser. Het ontwerp zette bewust voort op de herkenbare lijnen van de 405 maar maakte ze ronder en iets sportiever; voor de twee‑deurs Coupé schakelde Peugeot het Italiaanse ontwerphuis Pininfarina in zodat die uitvoering visueel goed aansloot bij de Berline. De Coupé zelf debuteerde later, in 1996, en kreeg veel lof vanwege zijn fraaie, emotionele lijnen.
Het model werd door pers en publiek over het algemeen positief ontvangen: de Berline gold als een stijlvolle, degelijke familiewagen zonder opzichtige franje, terwijl de Coupé de show stal en Peugeot een imagoboost gaf. Rijdynamisch viel de 406 in positieve zin op door een comfortabele en tegelijk strak sturende opzet, al vonden sommige liefhebbers dat de Coupé op het scherpst van de snede meer uitstraling dan pure sportiviteit leverde.
Motorisch startte de 406 met vertrouwde XU- en XUD-blokken die al uit de 405 kwamen: benzinevarianten zoals de 1.6 (88 pk) en de populairdere 1.8 16V (118 pk), plus dieselopties waaronder een 1.9 turbodiesel (90 pk) en een koppelrijke 2.1. Vanaf de facelift in 1999 introduceerde Peugeot modernere EW- en DW-motoren en de HDi-diesels; ook verscheen een 2.2‑liter benzine en bleef de 3.0 V6 het topmodel (eerst ~194 pk, later ~210 pk). Voor de Coupé was de 3.0 V6 met handbak de meest gewilde combinatie en die exemplaren worden tegenwoordig als potentiële klassiekers gezien—vooral de pre‑facelift uitvoering.
Concurrentie was stevig: in Europa vocht de 406 tegen de Ford Mondeo, Opel Vectra en Volkswagen Passat, die in Nederland de 406 in verkoopaantallen overvleugelden. Toch bleef de 406 jarenlang populairder dan de Renault Laguna; in zijn beste jaren kwam de 406 in Nederland op jaarlijks bijna 9.500 stuks en in totaal op vrijwel 60.000 verkochte exemplaren.
Cultureel verwierf de Berline enige bekendheid dankzij de Franse filmreeks Taxi, waarin een zwaar getunede witte 406 de hoofdrolwagen was. Die filmimagorelaties gaven de verder vrij onopvallende vierdeurs een zekere roem, maar de iconische status ligt toch vooral bij de Coupé.
Na zijn levenscyclus liet de 406 een positief nalatenschap achter: hij toonde hoe je een zorgvuldig gevormde, fijn rijdende en betrouwbare middenklasser bouwt, en de Coupé gaf Peugeot een dosis allure die later moeilijk te evenaren bleek (de opvolger 407 viel tegen). Qua erfgenaam lijkt de hedendaagse 508 deels terug te grijpen naar de strakke lijnen van de 406.
Vandaag zijn van de bijna 60.000 in Nederland verkochte 406’s nog slechts een kleine restanten op de weg: Vinacles noteert 2.319 overgebleven exemplaren. Berlines vormen het grootste deel met 820 stuks, de Coupés volgen met 771 en de Breaks zijn het zeldzaamst (728). Voor liefhebbers blijft vooral de V6‑Coupé een begeerlijk object.