De Peugeot 504 en Fiat 132 laten zien wat een fijne auto's beide merken in de jaren 70 bouwden

zondag, 23 november 2025 (10:18) - AutoWeek

In dit artikel:

Aan het eind van hun productie krijgen auto’s vaak extra’s en betere motoren om concurrerend te blijven — precies waarom late uitvoeringen voor klassiekerliefhebbers interessant zijn. Twee toerwagens uit die categorie worden hier tegen elkaar gezet: een Fiat 132 uit 1978 met 1,6‑liter motor en een Peugeot 504 TI uit 1979 met twee liter en automaat. Beide tonen hoe merken hun modellen tegen het einde van de levenscyclus konden uitkleden tot volwaardige, goed doordachte auto's, maar ze verschillen duidelijk in karakter en prijs.

Uiterlijk en afwerking
De Fiat 132 onderging een ingrijpende facelift in zijn derde serie en veranderde van anonieme gezinsuitstraler in een opvallende, vlotte verschijning met luxueuze stoffering door de hele reeks. Die make-over gaf het model eindelijk het uiterlijk dat de lijnen leek te rechtvaardigen. De Peugeot 504 daarentegen stond van meet af aan sterk: een tijdloos ontwerp van Aldo Brovarone met karakteristieke trapeziumkoplampen en een herkenbare, 'geknotte' kofferklep. Het interieur van de 504 bleef conservatief klassiek; functioneel maar op sommige details (zoals het aluminium instrumentenpaneel) iets gedateerd tegen het eind van de jaren 70.

Ruimte en praktische aspecten
Op papier is de Peugeot ruimser: hij is enkele centimeters langer en heeft een langere wielbasis, met een bagageruimte van ongeveer 520 liter tegenover circa 400 liter bij de Fiat. In de praktijk valt het ruimteverschil achterin minder op, maar de plaatsing van de brandstoftank onder de bagageruimte bij de Peugeot wint veel liters; bij de Fiat neemt een ombouw rond de tank een groot deel van de koffer in. Qua uiterlijk prefereerden de testers persoonlijk de Italiaanse 132, maar ze benadrukken dat dat smaakafhankelijk is.

Rijgedrag en comfort
Beide auto’s verrasten door hun comfortabele vering: het veergedrag van beide is volgens de test beter dan veel hedendaagse auto’s. De Fiat biedt verrassend comfort, eenvoudig instelbare ergonomie (hoogte verstelbare stoel en stuur), een duidelijk en fijn schakelpookgevoel en een uitgebreid instrumentarium. De motorische prestaties van de geteste 1,6‑liter blijven echter merkbaar achter bij het gewicht van de auto; trekkracht is mager bij zwaar gas.

De Peugeot 504 TI daarentegen imponeert motorisch: de tweeliter met injectie reageert gretig en levert duidelijk meer koppel, wat in combinatie met de soepel schakelende automaat resulteert in een levendige, comfortabele en toch sportieve beleving. Remmen en rijcomfort zijn uitstekend en de 504 voelt op snelheid bijzonder 'rustig' en waardig aan — ideaal voor lange ritten.

Techniek en cijfers
- Fiat 132 1600 (1978): 1.585 cc, ~98 pk (72 kW), 132 Nm, top ~165 km/h, 0–100 in ~12,5 s, bagageruimte ~400 l, prijs 1979: €8.554.
- Peugeot 504 TI 2.0 (1979): 1.971 cc, ~106 pk (78 kW), 167 Nm, top ~173 km/h, 0–100 in ~11,3 s, bagageruimte ~520 l, prijs 1979: €10.884 (met automaat €11.950).

Waardering en conclusie
Hoewel de twee auto's op veel punten goed aan elkaar gewaagd zijn — beide vormen een coherent totaalpakket van comfort en rijgedrag — is het belangrijkste onderscheid het motorkarakter: de Peugeot levert substantieel meer koppel en een levendiger rijervaring. Dat verschil maakt het historische prijsverschil grotendeels verklaarbaar. De testers geven de voorkeur aan de Peugeot 504 TI: verrassend sportief voor een Franse berline en tegelijkertijd zeer comfortabel, een veelzijdige combinatie die de 504 TI tot de glorieuze winnaar van deze vergelijking maakt. De Fiat 132 blijft een aantrekkelijke, goed uitgeruste reisauto, maar mist in deze samenstelling net de power die de concurrent onderscheidt.

Achtergrond
De tekst plaatst de modellen ook in hun productieverhaal: de Fiat 132 (vanaf 1972, diverse facelifts en motorvarianten, in 1981 vervangen door de Argenta) en de Peugeot 504 (geïntroduceerd 1968, breed inzetbaar en lang geproduceerd, wereldwijd meer dan vier miljoen exemplaren), waardoor hun late‑levensfase-uitvoeringen nu gezocht zijn door liefhebbers.