De stille comeback van een merk dat niemand meer serieus nam
In dit artikel:
Dacia, de Roemeense dochter van Renault, groeit gestaag in Nederland door een eenvoudige maar doeltreffende aanpak: betaalbare, zuinige en praktische auto’s zonder overbodige toeters en bellen. In 2025 gingen tot nu toe 4.303 nieuwe Dacia’s over de toonbank (waarvan 622 in september); in totaal staan er 77.581 Dacia’s met een Nederlands kenteken. De Sandero is koploper met ruim 30.000 exemplaren, gevolgd door de Duster en Logan. Bij kopers scoren stationwagens hoog (47%) en blijft brandstofkeuze vaak bij benzine of LPG — nuchter en kostenbewust rijgedrag dus.
De recente updates van Sandero, Stepway, Jogger en Logan moderniseren zonder hun eenvoud op te geven: zichtbare vernieuwingen zoals LED-licht en een strakkere grille, en binnenin een rustiger interieur met een 10-inch infotainmentscherm, sterker bekleding en het praktische YouClip-systeem. Technisch zijn er ook stappen: de Eco G 120 (benzine+LPG) is nu ook met automaat te krijgen en levert meer dan 1.500 km actieradius; de Jogger Hybrid 155 is stiller en zuiniger en er komt later een hybride Stepway. De TCe 100 blijft als basisoptie beschikbaar.
De compacte elektrische Spring kreeg krachtigere motoren (70 en 100 pk), een 24,3 kWh-batterij en snelladen tot 40 kW (0–80% in ~30 min). Met een WLTP-actieradius van circa 225 km blijft het een praktische, goedkope vierzitter voor stadsgebruik. In een markt die steeds vaker inzet op luxe en abonnementsmodellen, houdt Dacia vast aan betaalbaarheid en functionele eenvoud — een goede match met typisch Nederlandse prioriteiten.