Deze Amerikaanse supercar met 625 pk moest Ferrari F40 & co wegvagen... met een automaat!

zondag, 28 september 2025 (10:03) - AutoWeek

In dit artikel:

De Vector W8 was bedoeld als Amerikaanse supercar die de Europese top moest uitdagen: een scherp ogende, laaggestripte sportwagen met veel technische verwijzingen naar de militaire luchtvaart. Ontwerper Jerry Wiegert bouwde het project vanuit Venice (Los Angeles), waar hij vanaf de vroege jaren zeventig werkte aan concepten als de W2; de W8 TwinTurbo werd in 1989 als productiemodel gepresenteerd.

De wagen die de auteur reed (chassisnummer uit 1990, eigendom van de Zwitser Fredy Lienhard en recent in het Louwman Museum te zien) maakte direct indruk door uiterlijk en geluid. De cockpit ademt straaljager-sfeer: een groot oranje display, een gashendel-achtige bakhendel, head-up display en vele vliegtuigachtige schakelaars. Technisch is de W8 gebouwd met luchtvaarttechnieken: aluminium honingraatstructuur, kevlar/koolstofvezel/plastic carrosserie en een midscheeps geplaatste 6,0-liter biturbo V8 (Chevrolet) met circa 625 pk bij een totaalgewicht rond 1.500 kg.

In de praktijk is de auto echter dubbelzinnig. Rijgedrag en prestaties zijn indrukwekkend — snelle acceleratie (0–100 km/h rond 4,4 s), stabiliteit, grip en precieze besturing krijgen lof — maar comfort en gebruiksgemak laten te wensen over. Instappen is een gekunstelde onderneming, het zicht naar zij- en achterzijde is slecht, de draaicirkel groot en de automatische drieversnellingsbak is een zwakke schakel: stroeve, harde schakelmomenten en mechanisch luidruchtig. Ook de aerodynamische claims van Wiegert werden nooit onomstotelijk bewezen; fabrikantaangiften van een top van 400 km/h bleven fictief, testen haalden hooguit bijna 350 km/h en de opgegeven luchtweerstandscoëfficiënt bleek hoog (geciteerd 0,55).

Commercieel flikte de Vector het niet: handbouw maakte productie duur en elke verkochte W8 kostte meer om te maken dan de vraagprijs. Rond de introductie kostte hij zo’n 448.000 dollar en werd later zelfs duurder, duurder dan een Ferrari F40 in de VS; toch werden er naast twee prototypes slechts zeventien W8’s gebouwd. Financiële problemen leidden tot een overname door Megatech in 1993; Wiegert raakte ontheemd, keerde later kort terug en kondigde nog enkele opvolgers (WX3, WX8) aan die nooit seriematig zijn verschenen. Wiegert overleed in 2021.

Tegenwoordig wordt de Vector W8 niet langer enkel als excess uit de jaren tachtig gezien, maar steeds meer als een gedurfde, technisch ambitieuze mislukking met cultstatus: een Amerikaanse supercar die visueel en technisch indruk maakt, maar faalde in schaalbaarheid, betrouwbaarheid en commercieel succes.