Deze klassieke Alfa Romeo kent bijna niemand en klinkt als een Volvo 240
In dit artikel:
De Alfa Romeo 2300 ‘Rio’ is een zeldzame en bijzondere sedan die begin jaren 70 speciaal voor de Braziliaanse markt werd ontwikkeld als opvolger van de toen lokaal geproduceerde 2000. Door financiële problemen kon Alfa Romeo niet met geheel nieuwe techniek komen en baseerde men de auto op oudere motoren uit de jaren 50, met een opgeboorde 2,3-liter viercilinder uit de 1900. Het model was robuust bedoeld voor de lastige wegen in Brazilië, maar kreeg te maken met grote problemen toen de oliecrises van 1973 en 1974 de brandstofprijzen deden stijgen. De 2300 ‘Rio’ was namelijk niet aangepast voor ethanol, de alternatieve brandstof die Brazilië vanwege zijn militaire dictatuur en boycots door andere landen ging gebruiken. Hierdoor werd de auto vrijwel onverkoopbaar en raakten grootschalige voorraden onverkocht en beschadigd door zon en verwaarlozing.
Ondanks inspanningen met luxere en sportievere varianten en een promotie door Formule 1-kampioen Niki Lauda, bleef het model slecht verkopen. Fiat nam in 1978 de zeggenschap over, bouwde de 2300 in Betim maar kon het ethanolprobleem niet oplossen. In twaalf jaar rolde er slechts circa 30.000 exemplaren van de band. In een poging de overstock te verminderen, werden eind jaren 70 ongeveer duizend exemplaren naar Europa geëxporteerd, waaronder Nederland, waar het model onder de naam ‘2300 Rio’ op beperkte belangstelling stuitte. Europese dealers en klanten waren weinig gecharmeerd vanwege de verouderde techniek en het hoge brandstofverbruik, zeker in vergelijking met de concurrentie, zoals de populaire Mercedes-Benz W123.
De Nederlandse importeur probeerde de verkoop te stimuleren met hoge inruilprijzen en zelfs een gesuggereerd artikel voor publiciteit, maar dat leverde weinig effect op. Veel Rio’s verdwenen in de taxiwereld of werden snel doorverkocht tegen fikse kortingen. Sommige exemplaren werden zelfs moedwillig vernield voor verzekeringsuitkeringen. Uiteindelijk gingen veel auto’s verloren door moedwillige schade of onderdelenwinning, waardoor er tegenwoordig wereldwijd nog maar een handvol 2300 Rio’s over zijn, met slechts enkele in Nederland.
De compacte reportage over de recent hernieuwd bereden Rio geeft een beeld van een flinke, maar technisch verouderde sedan met kenmerken die doen denken aan andere merken zoals Peugeot en Volvo. De 2,3-liter motor klinkt zwaar en ongewoon voor een Alfa Romeo en het comfort en de uitrusting zijn karig: geen stuurbekrachtiging of elektrische ramen, wel een handchoke en een ruim interieur dat duidelijk typerend is voor een auto die oorspronkelijk voor tropische landen is ontworpen. De auto stuurt relatief zwaar bij lage snelheden, maar rijdt verder betrouwbaar.
De Alfa Romeo 2300 Rio staat daarmee symbool voor ambitieuze, maar mislukte wereldauto-initiatieven en werd mede slachtoffer van politieke en economische omstandigheden. De auto heeft een avontuurlijk verleden van Brazilië tot Europa, waarbij hij massaal ongewenst raakte en zelden bewaard bleef. Wie hem tegenkomt op autotreffen of bijvoorbeeld in het Alfa Romeo Museum in Milaan, ziet een opmerkelijke zeldzaamheid die niet past in het klassieke, sportieve Alfa-beeld, maar wel deel uitmaakt van de merkgeschiedenis.