Deze Nederlandse chipfabrikant zet de hele auto-industrie op scherp: 'Zonder deze onderdelen kunnen we geen auto meer maken'
In dit artikel:
Een handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China bedreigt nu de productie van Europese autofabrikanten, met Nederland als brandpunt. De Nijmeegse chipmaker Nexperia — met fabrieken in Nijmegen en Hamburg, maar eindassemblage in China — kan door een Chinese exportmaatregel niet meer gegarandeerd leveren. Het gevolg: BMW, Mercedes‑Benz, Volkswagen en grote toeleveranciers zoals Bosch lopen risico binnen zeer korte tijd stil te komen staan.
Achtergrond: Nexperia is in Chinese handen (het moederbedrijf Wingtech staat op een Amerikaanse zwarte lijst) en kwam onder druk te staan nadat Den Haag, op aandringen van de VS, de Chinese directie terzijde schoof en toezicht nam. Als vergelding verbood China vervolgens dat onderdelen met Nexperia‑chips China nog mochten verlaten; ongeveer 80 procent van de export is daardoor vastgelopen.
Waarom dit zo ingrijpend is: moderne auto’s bevatten honderden halfgeleiders voor functies van verlichting en infotainment tot airbags en stuurbekrachtiging. Nexperia levert basischips met een wereldwijd marktaandeel van ruim 40 procent in deze categorie. Het bedrijf zelf is relatief klein qua omzet (circa 1,8 miljard euro) maar zijn onderdelen zitten in bijna elke Europese auto. Industriebronnen zeggen dat veel fabrikanten nog maar voor ongeveer twee weken aan voorraad hebben; daarna dreigt productieonderbreking die zich als een domino‑effect door de toeleveringsketen kan verspreiden.
Reacties uit de sector: de Europese automobielorganisatie ACEA noemt de situatie ernstig en dringt aan op een noodplan vanuit Europa. Autofabrikanten hebben al taskforces ingesteld en voeren dagelijks overleg met leveranciers. Distributeurs zien sinds begin deze week een run op Nexperia‑chips: bestellingen pieken en voorraad wordt vaak handmatig toegewezen. Handelaren waarschuwen dat die hamstergedrag de schaarste kan verergeren.
Wat fabrikanten kunnen doen: opties zijn beperkt en kostbaar. Sommige merken bekijken alternatieve, duurdere chips van andere leveranciers; anderen willen voertuigen in onafgewerkte staat produceren en later afwerken wanneer de ontbrekende onderdelen weer beschikbaar zijn. Maar het certificeren en testen van vervangende componenten kost maanden en verstoort kwaliteits‑ en veiligheidsprocedures, waardoor snelle oplossingen onwaarschijnlijk zijn.
Breder belang en risico’s: de crisis legt de kwetsbaarheid van Europa bloot op technologisch gebied, ondanks recente investeringen in chipproductie. Brancheorganisaties waarschuwen dat als er geen politieke doorbraak komt, niet alleen Europese maar mogelijk wereldwijde productielijnen verstoord kunnen raken. Voor Nederland en de regio’s rond Nijmegen en Hamburg staat bovendien de toekomst van honderden banen op het spel; Nexperia geeft aan dat de dagelijkse bedrijfsvoering onder druk staat.
Kortom: een geopolitieke stap heeft geleid tot een praktische knelpunten in de auto‑industrie. Zonder snelle, pragmatische politieke en logistieke maatregelen kunnen Europese autobouwers binnen weken te maken krijgen met productiestops, langere levertijden en economische schade.