Deze nieuwe batterijen kunnen elektrische auto's eindelijk goedkoper maken
In dit artikel:
Natrium‑ionbatterijen beloven elektrische mobiliteit goedkoper en weerbaarder te maken. In plaats van de schaarse en dure materialen die lithium‑ioncellen nodig hebben, gebruiken natrium‑ioncellen natrium — een overvloedig en goedkoop element — en kunnen ze grotendeels met bestaande productietechnieken worden gemaakt. Dat verkleint zowel de materiaalkosten als de leveringsrisico’s; waar lithiumcellen vaak koper vereisen, volstaat bij natrium‑ion vaak aluminium, wat de kostendaling verder versterkt. Bovendien presteren natriumcellen relatief goed bij lage temperaturen, wat ze aantrekkelijk maakt voor koude klimaten.
Het grootste nadeel is de lagere energiedichtheid: natrium‑ion haalt circa 120–160 Wh/kg tegenover ongeveer 160–190 Wh/kg voor LFP (lithium‑ijzerfosfaat). Concreet betekent dat voor dezelfde actieradius zwaardere of grotere accu’s nodig zijn. Voor stads- en compacte auto’s, deelauto’s en lichte bedrijfswagens is dat doorgaans acceptabel; voor langeafstandsmobiliteit blijft lithium voorlopig superieur.
Economisch kan natrium‑ion de kostprijs per kWh aanzienlijk drukken. Analisten verwachten tientallen euro’s verschil per kWh ten opzichte van LFP, wat bij accupakketten van 30–50 kWh honderden tot duizenden euro’s goedkoper kan uitvallen. Daardoor kunnen betaalbare elektrische stadsauto’s en tweede auto’s binnen bereik komen van een breder publiek en nemen de kansen toe voor betaalbare deel‑ en bedrijfsvoertuigen.
De technologie staat al niet meer in de startblokken: CATL presenteerde in 2021 een eerste generatie en werkt met autofabrikanten samen. Andere spelers zoals BYD, EVE Energy, HiNa, Tiamat en Faradion (nu onderdeel van Reliance) versnellen ontwikkeling en opschaling. Fabrikanten onderzoeken ook hybride pakketten: een combinatie van natrium‑ion voor lage kosten en koudebestendigheid met LFP‑modules voor extra bereik.
Toepassingen reiken verder dan personenauto’s. Stadsbussen met depotladen, lichte bestelwagens voor stedelijke logistiek en stationaire energieopslag voor zon en wind zijn kansrijke markten waar energiedichtheid minder kritisch is. Een bijkomend strategisch voordeel is minder afhankelijkheid van lithium, waardoor prijsvolatiliteit en geopolitieke kwetsbaarheid afnemen.
Momenteel rijden er al voertuigen met natrium‑ion in China; in Europa worden certificering en integratie voorbereid maar massaproductie moet nog opschalen. Of 2026 het kanteljaar wordt, hangt vooral af van drie factoren: de snelheid van opschaling in fabrieken, de daadwerkelijke prijsdaling per kWh en de bereidheid van autofabrikanten om modellen scherp te prijzen ondanks iets mindere actieradius. Als die factoren samenkomen, kan natrium‑ion elektrische mobiliteit aanzienlijk betaalbaarder maken.