Dit is de man achter de legendarische BMW M motoren

zondag, 23 november 2025 (08:49) - AutoWeek

In dit artikel:

Paul Rosche, bij BMW beroemd als ‘Nocken‑Paule’ vanwege zijn uiterst precieze nokkenasontwerpen, overleed afgelopen november in München op 82‑jarige leeftijd. Als motorenbouwer van opleiding trad hij in 1957 in dienst bij BMW en bleef daar ruim vier decennia bepalend voor zowel straat‑ als racemotoren.

Onder leiding van Alexander von Falkenhausen ontwikkelde Rosche in de beginjaren vooral camprofilen voor de Nieuwe Klasse‑motoren, later verplaatste zijn werkterrein zich naar de autosport. Eind jaren zestig maakte hij de overstap naar de raceafdeling en realiseerde daar onder meer een tweeliter turbomotor voor de BMW 2002 waarmee BMW in het toerwagenkampioenschap succes had. Hij ontwierp ook de zescilinder voor vroege 3‑serie‑varianten (E21).

In 1975 werd Rosche lid van de pas opgerichte BMW Motorsport GmbH, waar hij de lijnzescilinder voor de M1 uitwerkte. Vanaf 1980 werkte hij als technisch directeur en motorenprojectleider met Dieter Stappert aan BMW’s eerste Formule 1‑program­ma. Rosche en zijn team transformeerden een 1,5‑liter viercilinder tot een turbo‑krachtbron met 16 kleppen en digitale motorelektronica—een van de eerste toepassingen van digitale sturing in de Formule 1. De motor debuteerde in 1982 bij Brabham; binnen twee jaar leverde de samenwerking met Brabham een wereldtitel op voor Nelson Piquet. De turbomotor behaalde in totaal negen Grand Prix‑overwinningen en wist in testomstandigheden indrukwekkende vermogens te bereiken (dyno‑metingen stopten bij 1.280 pk; Rosche schatte het absolute maximum rond 1.400 pk).

Rosche’s invloed reikte verder dan F1: hij leidde de ontwikkeling van een succesvolle 2,0‑liter vierklepsmotor voor Formule 2 (meer dan 150 overwinningen en zes kampioenschappen volgens het artikel), was betrokken bij de 6,1‑liter V12 van de McLaren F1 (verbonden aan Le Mans‑successen) en werkte mee aan de eerste M3‑motor. Na BMW’s F1‑terugtrekking in 1987 bleef hij technisch hoofd van M GmbH tot 1996 en bouwde als technisch directeur van BMW Motorsport Limited mee aan de basis voor BMW’s latere F1‑terugkeer. Kort voor zijn pensioen in 1999 werkte hij nog aan de tiencilinder voor de E60‑M5.

Rosche wordt herinnerd als een technische pionier die met nauwkeurigheid en innovatieve oplossingen grote invloed had op BMW’s motorsport‑ en performance‑geschiedenis.