Dit land dacht de toekomst van straatverlichting te hebben gevonden, maar vergat één groot probleem
In dit artikel:
In 2023 testte Maleisië een innovatieve maar uiteindelijk onbetaalbare oplossing: glow-in-the-dark wegverf op een proeftraject van 245 meter bij Semenyih (regio Hulu Langat). De verf slaat overdag licht op en geeft ’s nachts tot zo’n tien uur een zachtblauwe gloed, ook bij regen, en trok aanvankelijk lovende reacties van bestuurders en sociale media omdat het zicht op onverlichte plattelandswegen verbeterde.
De keerzijde bleek echter meteen financieel: traditionele wegmarkering kost circa 40 MYR per m² (~€8), de lichtgevende verf kostte 749 MYR per m² (~€152) — bijna twintig keer zoveel. Door die hoge prijs, plus twijfels over onderhoud en duurzaamheid, besloot de overheid eind 2024 de plannen te laten varen. Vice-minister Ahmad Maslan vatte het samen: “De kosten zijn te hoog. We gaan de glow-in-the-dark wegen waarschijnlijk niet voortzetten.” Lokale plannen in Selangor voor uitbreiding naar vijftien locaties werden ingetrokken; ook in Johor bleven projecten hangen op enkele honderden meters proefverf.
De proef illustreert hoe vernieuwing en verkeersveiligheid botsen met kosteneffectiviteit. Voor landen als Nederland biedt het experiment een nuttige casus: lichtgevende markeringen kunnen energie besparen en veiligheid verbeteren, maar alleen als de prijs, levensduur en onderhoudscycli concurrerend worden.