Dit zijn de 11 duurste klassiekers die ooit onder de hamer gingen (zelfs Elon Musk slaat hier steil van achterover)

In dit artikel:

Klassieke sportwagens blijken steeds vaker kapitaalobjecten: veilingen halen bedragen op die soms zelfs beroemde kunst passen overtreffen. Hieronder de elf duurste ooit geveilde auto’s, met korte toelichting op waarom ze zo veel waard zijn — inclusief waar en wanneer ze onder de hamer gingen.

11. Ferrari 275 GTB/4S NART Spider (1967) — $27,5 mln (€25,4 mln). RM Sotheby’s, Monterey (2013). Eén van slechts tien exemplaren; jarenlang familiebezit en opbrengst aan goede doelen geschonken.
10. Ferrari 290 MM (1956) — $28,05 mln (€25,9 mln). RM Sotheby’s, New York (2015). Vier gebouwd voor het Wereldkampioenschap sportwagens; verbonden aan coureur Juan Manuel Fangio.
9. Mercedes‑Benz W196 (1954) — $29,6 mln (€27,4 mln). Bonhams, Goodwood (2013). Een F1‑legende waarmee Fangio GP‑overwinningen behaalde.
8. Ferrari 412P (1967) — $30,25 mln (€28 mln). Bonhams, Monterey (2023). Meerdere overwinningen en “matching numbers” maken deze bijzonder gewild.
7. Ferrari 335 Sport Scaglietti (1957) — $35,7 mln (€33 mln). Artcurial, Parijs (2016). Gereden door topcoureurs als Stirling Moss; succes in belangrijke klassiekers.
6. Ferrari 250 LM (1964) — $36,3 mln (€33,5 mln). RM Sotheby’s, Parijs (2025). De laatste Ferrari die Le Mans won (1965), lange tijd museumstuk.
5. Ferrari 250 GTO (1962) — $38,1 mln (€35,3 mln). Bonhams, Carmel (2014). Lang in één familie gebleven; fabrieksoverhaling en racepalmares versterken de waarde.
4. Ferrari 250 GTO (1962) — $48,4 mln (€44,8 mln). RM Sotheby’s, Monterey (2018). Eén van de 36 GTO’s, aangepast naar Series II‑specificaties en cruciaal voor Ferrari’s GT‑titel.
3. Ferrari 250 GTO by Scaglietti (1962) — $51,7 mln (€47,8 mln). RM Sotheby’s, New York (2023). Het enige GTO‑tipo dat direct door Scuderia Ferrari ingezet werd; sterke wedstrijdhistorie.
2. Mercedes‑Benz W196 Streamliner (1954) — $53,9 mln (€49,8 mln). RM Sotheby’s, Stuttgart (2025). Uniek stroomlijn‑F1‑exemplaar aangeboden aan particulieren; Fangio en Moss waren aan het stuur.
1. Mercedes‑Benz 300 SLR Uhlenhaut Coupé (1955) — $142 mln (€131 mln). RM Sotheby’s, Stuttgart (2022). Recordhouder: slechts twee prototypen gebouwd, vernoemd naar Rudolf Uhlenhaut, afgeleid van de W196 en een extreem hoge topsnelheid.

Waarom zulke prijzen? Zeldzaamheid, gedocumenteerde racehistorie, beroemde coureurs en perfecte provenance zijn doorslaggevend. Daarnaast zoeken rijke verzamelaars klassieke auto’s steeds vaker als alternatieve investering — vergelijkbaar met kunst of vastgoed — wat de vraag en daarmee de prijzen op veilingen verder opdrijft. Veilinghuizen als RM Sotheby’s, Bonhams en Artcurial spelen een centrale rol in het tot recordbedragen laten oplopen van deze iconen.