Dit zijn de plannen van de 5 grootste politieke partijen voor automobilisten
In dit artikel:
De Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 brengen mobiliteit hoog op de agenda: volle wegen, stijgende kosten voor automobilisten en de transitie naar elektrisch rijden maken autobeleid belangrijk. Dit overzicht behandelt de standpunten van de vijf grootste partijen uit 2023 (PVV, GroenLinks-PvdA, VVD, NSC en D66) rond automobiliteit en verkeer.
PVV
- Legt de nadruk op vrijheden voor auto’s: wil 140 km/h als maximumsnelheid op snelwegen en is tegen rekeningrijden en verplicht elektrisch rijden.
- Tegen beperkingen voor brandstofauto’s en tegen speciale privileges voor EV’s; pleit voor afschaffing van zero-emissiezones en wil dat elektrische auto’s geen exclusieve parkeerplekken krijgen.
- Wil accijnsverlaging op brandstof en inzetten op heroriëntatie van wegenbelasting en provinciale opcenten ten gunste van automobilisten.
GroenLinks-PvdA
- Zet in op ‘slimmere, gezondere en schonere mobiliteit’: prioriteit voor voetgangers en fietsers en 30 km/h binnen de bebouwde kom als norm.
- Voorstander van betalen naar gebruik (rekeningrijden) met differentiatie per regio en hogere kilometerheffing voor vrachtverkeer; opbrengsten gaan naar wegonderhoud en aanleg.
- Elektrisch rijden wordt de norm: streven dat vanaf 2030 alleen nog elektrische personen- en bromfietsen verkocht worden en vroegtijdige elektrificatie van de leasevloot; uitbreiding van een puntenstelsel voor het rijbewijs bij verkeersgedrag.
VVD
- Traditioneel pro-autobeleid: wil brandstofaccijns betaalbaar houden en de autobelasting hervormen (zonder concrete invulling).
- Maatregelen voor veiligheid: aanpak van onveilige N-wegen met flitspalen en anders inrichten, strengere handhaving op geluid, alcohol/drugs en telefoongebruik, en zwaardere straffen voor verkeershufters.
- Stimuleert toegang tot elektrisch rijden en wil voldoende parkeerplaatsen bij nieuwbouw; wil ook verplichtingen voor werkgevers versoepelen met betrekking tot reistijdregistratie.
NSC (conceptprogramma)
- Legt de nadruk op ov en fiets en wil de auto minder dominant maken, maar erkent dat auto’s op het platteland vaak noodzakelijk en betaalbaar moeten blijven.
- Pleit voor groot onderhoud van wegen, aanpak van knelpunten en maatregelen zoals flexibele collegetijden om spitsen te ontlasten; strenge aanpak van telefoongebruik en alcohol/drugs in het verkeer.
D66 (conceptprogramma)
- Wil dat elektrisch rijden niet maandelijks extra kost en investeert in autoluwe, groene wijken en deelmobiliteit; pleit voor rekeningrijden met aandacht voor regio’s met weinig ov.
- Stimuleert EV’s via subsidies en fiscale voordelen en ondersteunt gemeenten bij emissievrije zones; legt relatief meer accent op snelle ov-verbindingen dan op faciliteiten voor automobilisten.
Kort samengevat: partijen verschillen scherp. PVV en VVD benadrukken vooral bescherming en gemak voor automobilisten; GroenLinks-PvdA en D66 leggen prioriteit bij schonere mobiliteit en uitbreiding van elektrisch rijden (met rekeningrijden als instrument); NSC zoekt een middenweg waarbij landelijke bereikbaarheid en betaalbaarheid centraal staan.