Dubbeltest: BMW M2 vs. Porsche 911 Carrera T - De hoeders van de handbak
In dit artikel:
In Nederland zijn coupés met achterwielaandrijving en een handgeschakelde zesversnellingsbak inmiddels schaars; modellen zoals de Porsche 911 Carrera T, BMW M2, Toyota GR Supra, BMW M4, Lotus Emira en Ford Mustang vormen de laatste representanten. De BMW M2 deelt techniek met de grotere M4, waaronder een 3-liter zescilinder met tweevoudige turbo’s die 480 pk levert. Door emissiebeperkingen is het koppel pas boven 3000 toeren echt aanwezig, waardoor het rijden met handbak nauwkeurigheid en aandacht vergt. De schakelpook voelt typisch BMW aan: niet extreem soepel, maar bevredigend zodra de coureur de juiste flow te pakken heeft. De motor produceert een indrukwekkend geluid, al wordt dit kunstmatig versterkt via de speakers.
De Porsche 911 Carrera T heeft een iets zwakkere 394 pk sterke zes-in-lijn biturbo-boxermotor, die dankzij een sportieve, maar lange overbrengingsverhouding soms traag op gang komt bij het wegrijden. Desondanks biedt de handgeschakelde zeventrapsbak een plezierige, strakke schakelervaring met korte klikklanken. Geluidsmatig klinkt de boxer zuiverder dan de BMW, vooral in tunnels met open ramen.
Qua rijgedrag is de BMW M2 wild en uitdagend, mede door de korte wielbasis en veel koppel achterwielen, wat gemakkelijk overstuur veroorzaakt als je te gretig gas geeft. Elektronische hulpsystemen zoals een instelbare tractiecontrole helpen, maar vereisen actieve stuurcorrecties. Ondanks zijn compacte formaat voelt de M2 aan als een zware auto die je flink moet beheersen in snelle bochten. Comfort is redelijk, met voldoende demping voor slecht wegdek. De Porsche 911 toont zich daarentegen stoïcijnser en verfijnder: met een lager gewicht en geavanceerde techniek zoals vierwielbesturing levert de Carrera T een veel directere, communicatieve en vertrouwenwekkende wegligging. De 911 voelt daardoor als een zuiverdere sportwagen met een hogere grens dan de M2, terwijl de 394 pk ruimschoots voldoende is om het onderstel uit te dagen zonder het te forceren.
Interieurtechnisch is de 911 een echt sportwagenconcept met plaats voor twee personen, terwijl de BMW M2 praktischer is dankzij een bruikbare achterbank en een grotere kofferbak. De Porsche blinkt uit in luxe en afwerking, met bijvoorbeeld walnootaccenten op de versnellingspook, terwijl BMW’s kruimeldashboard en digitale instrumenten soms als een "kermis" worden ervaren. De configuratiemogelijkheden bij BMW zijn uitgebreider en de basisprijs met circa €128.000 is al fors; voor een volledig uitgerust model loopt dat op tot ongeveer €150.000. De Porsche start duurder rond €211.000 en kan met opties oplopen tot bijna €239.000, waarmee de 911 een exclusieve en kostbare handbak-avant-garde vertegenwoordigt.
Beide auto’s blijven dus zeldzame, enthousiastelingenmodellen die het plezier van een handgeschakelde achterwielaangedreven coupé koesteren, ondanks het beperkte aanbod en de steeds strengere regelgeving die dergelijke versies dreigen te verdringen.