Een 125 jaar oud idee duikt op bij dit Duitse automerk - en kan de elektrische auto opnieuw uitvinden

zondag, 19 oktober 2025 (16:16) - Autobahn

In dit artikel:

Een concept uit 1900 krijgt een tweede leven in de elektrische auto-industrie: wielnaafmotoren—kleine elektromotoren direct in de wielen—kunnen EV’s lichter, efficiënter en dynamischer maken. Het idee, ooit door Ferdinand Porsche getoond, verdween door de opkomst van verbrandingsmotoren maar keert nu terug dankzij moderne materialen en elektronica.

In-wheel motoren halen de aandrijving naar elke wielnaaf, waardoor transmissie, cardanassen en differentieel overbodig worden. Dat vermindert energieverlies, creëert meer binnenruimte en maakt individuele wielsturing mogelijk. Britse voorbeelden zoals de Protean Gen5 halen volgens fabrikanten tot 1.500 Nm per wiel en zouden tot 300.000 kilometer onderhoudsvrij kunnen meegaan. BMW werkt samen met de Duitse startup DeepDrive aan compacte wielmotoren die volgens hen tot 20% efficiënter zijn dan conventionele EV-aandrijflijnen; een prototype met vier wielmotoren leverde intern meer dan 800 pk en een bereikte actieradius van ruim 800 kilometer.

De praktische voordelen zijn breed: betere tractie bij sneeuw of regen, manouvreren rond de eigen as en ontwerpmogelijkheden zonder traditionele motorkap, waardoor ruimte vrijkomt voor extra accu’s of passagiers. Grote fabrikanten zoals Toyota, Mercedes en ook startups als Aptera experimenteren met varianten; Duitsland ontwikkelt zich tot een belangrijk knooppunt van die innovatie.

Er zitten echter technische uitdagingen aan: extra gewicht in de wielen verhoogt de onveerbare massa, legt zwaardere eisen op vering en vereist robuuste afdichting tegen water en vuil. Daarom ondergaan deze systemen langdurige extreme testen. Technici bij Protean en DeepDrive verwachten dat de eerste modellen vanaf circa 2027 in luxere EV’s en lichte bedrijfswagens kunnen verschijnen. Zoals Proteans hoofdtechnoloog Stephen Lambert aangeeft: “Wielmotoren veranderen niet alleen hoe auto’s rijden, maar ook hoe ze eruitzien.”