Een Daf en een Saab tegen elkaar? Ook nog als stationwagon? Dat ging ooit prima!

zaterdag, 9 augustus 2025 (14:03) - AutoWeek

In dit artikel:

Tweedeurs stationwagens — ooit een normaal gezicht op de weg — waren populair van de jaren vijftig tot halverwege de jaren zeventig, maar verdwenen toen grotendeels ten gunste van de driedeurs hatchback. De tekst vergelijkt twee karakteristieke vertegenwoordigers van dat (nu uitgestorven) segment: een Saab 95 uit 1963 en een Daf 55 Combi uit 1970. Beide exemplaren tonen hoe verschillend fabrikanten met hetzelfde carrosserie-idee omgingen.

Saab 95
- Model en techniek: stationwagenvariant van de 93/96-familie, in dit geval een tweetakt driecilinder uit 1963 met vrijloop in de transmissie (werking erop gericht om bij lange afdaling voldoende smering te behouden). Saab bouwde de 95 vanaf 1959 en leverde hem tot 1978.
- Indeling en functies: opmerkelijk is een opklapbaar extra bankje in de laadvloer waarmee Saab reclame maakte voor zeven zitplaatsen, plus extra bergruimte onder de vloer (85 liter). Het dashboard is relatief uitgebreid en Saab leverde vroeg veiligheidsvoorzieningen zoals gordels en vervormbare zonnekleppen.
- Rijgedrag en praktijk: de tweetaktmotor is een hoogtoerig, gretig blok dat bij lage toeren onregelmatig draait maar bij toeren veel karakter heeft — leuke eigenschappen voor liefhebbers en historisch rijden, minder praktisch in modern druk verkeer. De besturing is licht, carrosserie vertoont bescheiden overhellen, remmen zijn trommelremmen rondom en zonder bekrachtiging, wat in hedendaags gebruik als nadeel valt te beschouwen.
- Praktische ruimte: met plat gelegde achterbank ontstaat een vlakke laadvloer; realistisch passen er eerder vier volwassenen (en twee kinderen) dan werkelijk zeven volwassene n.

Daf 55 Combi
- Model en techniek: geïntroduceerd eind 1967, in deze Combi-uitvoering uit 1970 met een 1,1-liter viertakt-Renaultmotor en de kenmerkende Variomatic (continu variabele transmissie). De Daf bood hiermee in de compacte klasse een uniek, bijna automatisch rijgevoel.
- Indeling en functies: sober, veel glas en dunne stijlen zorgen voor uitstekend zicht rondom; binnen veel kunststof (skai) en eenvoudige bediening. Door de plaatsing van de transmissie ligt de laadvloer relatief hoog.
- Rijgedrag en praktijk: de Variomatic geeft een soepel, rustig rijkarakter zodra de wagen op snelheid is; de auto nodigt uit tot ontspannen of zelfs bedrijvige ritten omdat alles gemakkelijk reageert. Voorremmen zijn schijfremmen, achter trommels; ook hier geen rembekrachtiging, dus stevig intrappen vereist.
- Praktische ruimte: achterin voldoende beenruimte (zelfs voor lange passagiers) en met neergeklapte stoelen een bruikbare laadcapaciteit.

Beoordeling en slot
Beide auto’s wekken nostalgie en verrassen door slimme details: Saab met zijn veelzijdige vloeroplossing en veiligheidsgerichte ideeën, Daf met zijn vooruitstrevende Variomatic en helder uitzicht. De Saab is volgens de test de charmantste keuze voor toerritten; de Daf praktischer en leuker voor dagelijks gebruik. Een duidelijke “winnaar” is moeilijk aan te wijzen vanwege de grote onderlinge verschillen — beide zijn representanten van een verdwenen autotype en bieden elk hun eigen tijdsbeeld en rijervaring.