Eén miljard schade door overhaaste youngtimer aanpassing
In dit artikel:
Tweede Kamerlid Peter Grinwis (ChristenUnie) staat centraal in de commotie rond onverwachte wijzigingen in autogerelateerde belastingen die op 27 november werden aangenomen. De motie bevat wijzigingen van de brandstofaccijnzen en vooral een herziening van de bijtellingsregels: de verlaging van de bijtelling voor elektrische auto’s wordt minder snel afgebouwd, terwijl de softe youngtimerregeling fors wordt versoberd. De maatregelen zouden al na vier weken ingaan; de Eerste Kamer bespreekt en stemt over de begroting op 15 en 16 december.
Impact op handel en eigenaren
De branche voorspelt zware economische schade. Autohandelaren die hebben geïnvesteerd in voorraadauto’s uit 2011 — die volgend jaar in de oude youngtimerregeling zouden vallen — zien die voorraad vrijwel waardeloos worden omdat auto’s pas in 2036 weer onder een vergelijkbare regeling zouden komen. De sector schat de directe schade op ongeveer 1,1 miljard euro. Voor particuliere en zakelijke rijders betekent de wijziging vaak een forse lastenverzwaring. Een rekenvoorbeeld in Youngtimer-Magazine illustreert dit: een zestien jaar oude Mercedes met een huidige marktwaarde van 20.000 euro en een cataloguswaarde van 120.000 euro levert nu ongeveer €180 netto bijtelling per maand op; onder het nieuwe stelsel zou dat rond €1.100 per maand liggen — een verhoging van zo’n €920.
Kritiek op tempo en zorgvuldig bestuur
Kritiek richt zich niet alleen op het financiële effect, maar vooral op de zeer korte invoeringstermijn zonder overgangsregeling. Branchepartijen en betrokken ondernemers noemen het een onzorgvuldige ingreep omdat zij op basis van de oude regels aankopen hebben gedaan. De staatssecretaris zou het amendement hebben afgeraden; desondanks werd het aangenomen, wat veel partijen en ondernemers kwalijk nemen.
Politieke vervolgacties en vragen
Omdat de Eerste Kamer in wezen de hele begroting kan aannemen of verwerpen en niet individuele amendementen kan schrappen, liggen de kansen voor afzwakking politiek lastig. Senatoren van BBB en VVD hebben het kabinet schriftelijke vragen gestuurd, onder meer over de onderbouwing van de geraamde opbrengst (53 miljoen euro), het aantal geraakte voertuigen en mensen, en de gevolgen voor bedrijfsbalansen. De VVD pleit expliciet voor een geleidelijke afbouw (bijvoorbeeld tot 2030) of voor behoud van bestaande eigenaren in de regeling.
Lobby, tegenreacties en alternatieven
De autotak heeft zich verenigd: er verscheen een paginagrote advertentie in het FD, er is een campagnewebsite (ditiseenoverval) en een petitie. Op media-optredens — onder andere in de Nationale Autoshow op BNR — belichten branchevertegenwoordigers de gevolgen. Als mogelijk alternatief wordt een ‘E-timer’ voorgesteld: elektrische auto’s krijgen na vijf jaar youngtimerstatus, wat de regeling geleidelijk zou vervangen en tegelijk de overstap naar EV’s kan stimuleren.
Kortom: een onverwachte parlementaire wijziging heeft in korte tijd grote financiële en logistieke consequenties voor handelaren en eigenaren van oudere auto’s, met politieke en maatschappelijke discussie over zorgvuldigheid, compensatie en een mogelijke overgangsroute naar elektrische mobiliteit.