Ferrari blijft lekker benzine stoken: "top nog lang niet bereikt"
In dit artikel:
Ferrari houdt de verbrandingsmotor levend, maar moet wel binnen strengere regels presteren. De historisch steeds krachtiger geworden V12’s — van de Enzo (660 pk) via de 599 GTB, 599 GTO, F12 en F12tdf tot LaFerrari en 812 Competizione (tot 830 pk) — tonen dat Ferrari vermogen altijd heeft opgevoerd. Nieuwere modellen als de 12Cilindri leveren echter niet per se meer vermogen dan voorgangers: door extra restricties, zoals een aanscherping van het OPF (motor- en roetfilter), valt de toename mee en lijkt soms zelfs een stap terug.
Op de Capital Markets Day verklaarde R&D-chef Ernesto Lasalandra dat Ferrari wél blijft investeren in de ontwikkeling van V6-, V8- en V12-motoren, zowel qua vermogen als efficiency. De doelstelling voor het aandeel auto’s met verbrandingsmotor in de verkoop is bijgesteld van 20 naar circa 40 procent — de ICE blijft dus een belangrijk onderdeel van het portfolio. Tegelijkertijd erkent Ferrari de rol van hybride en elektrische techniek: huidige V8- en V6-modellen krijgen vaker elektrische ondersteuning (zoals bij de SF90), en er komen ook EV’s op de markt, maar die zijn niet bedoeld als directe vervanging van alle ICE‑modellen.
Ferrari bereidt al zijn motoren voor op e-fuels, niet uit religieuze overtuiging maar om flexibiliteit te behouden als die brandstoffen op grotere schaal beschikbaar komen. Voor liefhebbers betekent dit dat er komend jaar voldoende verbrandingsmotor‑aanbod blijft; tussen 2026 en 2030 plant Ferrari zo’n twintig nieuwe modellen. Verwachte titels zijn onder meer varianten als 12Cilindri en Testarossa VS (ook als open uitvoering), een Amalfi Spider en een hybride versie van de Purosangue, naast onbekende verassingen.
Kort gezegd: regelgeving dwingt Ferrari tot keuzes, maar de fabriek zoekt technisch rendement binnen die kaders — meer vermogen per liter en compatibiliteit met alternatieve brandstoffen — terwijl het merk zowel ICE‑puristen als kopers van premium‑EV’s wil bedienen.