Het einde van 'Made in Germany'? Handelstekort loopt op tot 90 miljard en één man is de schuldige
In dit artikel:
In 2025 blijkt de ooit onbetwiste motor van Europa — de Duitse export — hard geraakt. Het Institut der deutschen Wirtschaft (IW) rapporteert dat de verkopen naar de Verenigde Staten in de eerste drie kwartalen met bijna 8% zijn gekrompen, terwijl de uitvoer naar China zelfs circa 12% daalde. Twee factoren veroorzaken de dubbele klap: aan de ene kant protektionistische maatregelen van president Donald Trump (tollen en aanmoediging van lokaal inkopen), aan de andere kant een structurele opmars van Chinese concurrenten.
Waar Amerikaanse importbarrières Duitse auto’s en machines duurder en minder aantrekkelijk maken, is de pijn uit het Oosten dieper. Chinese fabrikanten zoals BYD, NIO en Zeekr hebben snel technologisch terrein gewonnen op gebieden als software en elektrificatie, en produceren concurrerende voertuigen en componenten tegen veel lagere prijzen. Daarnaast spelen omvangrijke staatssteun en een kunstmatig zwakke munt een rol, waardoor Chinese producten op de wereldmarkt spotgoedkoop zijn. Het resultaat: Duitsland loopt richting een jaarlijks handelstekort met China van bijna 90 miljard euro, terwijl het land meer batterijen en zonnepanelen importeert maar weinig hoogwaardig materieel terugstuurt.
Als tegenwicht groeit de afzet binnen de EU — leveranties aan landen als Polen en Spanje namen toe en compenseren een groot deel van de verliezen in de VS en China. Maar economen waarschuwen dat die binnenlandse steun vooral uitstel biedt: het klassieke ‘Made in Germany’-model staat onder druk en vereist snel herontwerp van productie, innovatiebeleid en marktaanpak om langdurige achteruitgang te voorkomen.