Iedereen krimpt, behalve dit merk: waarom hun 2.0-liter motor de 1.0-turbo van de buurman verslaat

donderdag, 20 november 2025 (19:02) - Autobahn

In dit artikel:

Mazda uit Hiroshima kiest bewust een andere weg dan de meeste fabrikanten: in plaats van steeds kleinere, geturbocharged motoren (downsizing) houdt het merk vast aan iets grotere atmosferische blokken volgens het 'rightsizing'-principe. Waar veel merken hun verbruik op papier optimaliseren voor WLTP-tests, blijken die cijfers in het dagelijks verkeer niet altijd relevant. Op de snelweg — bijvoorbeeld bij 100–120 km/u op de A2 — moeten 1,0-liter turbomotortjes harder werken; de turbo blijft continu blazen, motoren lopen heet en soms wordt er extra brandstof ingespoten om temperaturen te beteugelen, waardoor het verbruik sterk stijgt.

Mazda daarentegen gebruikt SkyActiv-technologie: hoge compressieverhoudingen en slimme technieken zoals cilinderuitschakeling, zonder (of met minder) turbo’s. In praktijktests vertaalt dat zich vaak in duidelijk lagere verbruikswaarden: Mazda 3 en CX‑30 halen regelmatig rond 1:18 of beter, terwijl veel gedownsizede concurrenten bij stevig snelwegrijden eerder op ~1:14 uitkomen. Bovendien zijn grotere, minder gecompliceerde motoren doorgaans robuuster en hebben ze minder kwetsbare onderdelen (zoals turbo’s en intercoolers), wat op langere termijn onderhoudskosten kan drukken. Kortom: in reële rijomstandigheden kan ‘groot’ niet alleen prettiger zijn maar ook zuiniger en betrouwbaarder.