Iemand heeft tonnen betaald voor deze Volkswagen Kever
In dit artikel:
Deze Kever heeft een opmerkelijke achtergrond: oorspronkelijk stond het model ook bekend als de Rollswagen en de auto draagt een controversiële oorsprong, maar groeide uit tot een van de meest herkenbare ontwerpen uit de autogeschiedenis. Hoewel gewone Kevertjes tegenwoordig meestal betaalbaar zijn (je vindt fatsoenlijke exemplaren al rond de €5.000), bestaan er uitzonderingen die veel meer opbrengen.
Eind jaren ’70 gaf John von Neumann — Oostenrijker van geboorte die in de jaren ’50 uitgroeide tot officieel distributeur van Volkswagen en Porsche in West-Amerika en Hawaii — opdracht aan coachbuilder Troutman‑Barnes om van een Kever een limousine te maken. Troutman‑Barnes had al naam opgebouwd met projecten als Chaparral en Scarab en bouwde ook een vierdeurs 911 in 1968, waardoor het bedrijf reputatie en vakmanschap meebracht naar dit project.
De ombouw was kostbaar: waar een standaard Kever destijds ongeveer $2.063 kostte, liep de conversie op tot $34.499,95. Het resultaat was uitvoerig uitgerust: mahoniehouten interieur, minibar met opklapbare stoeltjes, intercom, een Phillips-audiosysteem met vijf luidsprekers en cassette, extra geluidsisolatie, elektrische ramen, een koetslamp op het dak en een motorupgrade van 1.500 naar 1.600 cc met Weber-carburateurs om het extra gewicht te compenseren. De opvallende Kever-limousine genereerde veel publiciteit en droeg bij aan de bekendheid van Von Neumann.
Recent verkocht Sotheby’s dit unieke exemplaar voor circa $335.000 — een prijs die aantoont dat speciale, historisch interessante varianten van de Kever nog steeds veel waard kunnen zijn, ondanks het algemene imago van de Kever als betaalbare volksauto.