In de jaren 70 probeerde Porsche de 911-rijder al aan de (half-)automaat te krijgen

zaterdag, 30 augustus 2025 (14:18) - AutoWeek

In dit artikel:

Tegenover de hedendaagse Porsche-rijder die vaak met twee pedalen tevreden is, nam een 911 zonder koppelingspedaal vroeger een opvallende positie in: de Sportomatic, een halfautomatische transmissie die Porsche in de jaren zestig en zeventig aanbood. De bak kreeg vooral publiciteit toen een Sportomatic-911 in augustus 1967 de Marathon de la Route op de gecombineerde Süd- en Nordschleife van de Nürburgring won. Coureurs Vic Elford, Jochen Neerpasch en Hans Herrmann reden samen 84 uur en legden 9.840 km af, een gemiddelde van ongeveer 117 km/h — precies de reclameboodschap waarmee Porsche de Sportomatic als sportieve automaat positioneerde.

Technisch combineerde de Sportomatic de vierversnellingsbak van de 911 T met een koppelomvormer; de koppeling werd niet via een pedaal bediend maar door onderdruk wanneer de bestuurder de pookknop vasthield. Daardoor kon de auto vanuit stilstand in elke versnelling wegrijden. Het schakelschema op de pook kende meerdere standen (P, R, een laag startstand L voor steile hellingen, en diverse D-standen met snelheidsbegrenzingen), waardoor kiezen van een versnelling en gas geven voldoende was om te vertrekken.

Door toegenomen motorkoppel en gewijzigde overbrengingswensen viel vanaf 1975 één D-stand weg, en omdat de vraag naar deze halfautomaat beperkt bleef besloot Porsche in 1980 de Sportomatic te schrappen. Klanten die een automaat verlangden werden naar modellen als de 924 en 928 verwezen; voor een automatische 911 moest men wachten tot de Carrera 2 Tiptronic in 1990. Kenmerken van de Sportomatic-911: 2,7-liter zescilinder boxer, circa 165 pk, 235 Nm, topsnelheid rond 210 km/h, 0–100 km/h in ongeveer 7,8 s en een gewicht van circa 1.120 kg (prijs in 1976: fl. 50.361).