In dit Europese land is een nieuwe elektrische auto nu goedkoper dan een fiets
In dit artikel:
Italië voert met premier Giorgia Meloni een opvallend andere koers in de Europese EV-race: via een nieuwe “Ecobonus”-regeling maakt Rome kleine elektrische stadsautootjes extreem goedkoop. Door een combinatie van royale slooppremies (voor het inleveren van oude benzine- of dieselauto’s), inkomensafhankelijke toeslagen en tijdelijke importeurskortingen dalen de prijzen van modellen als de Dacia Spring en de Leapmotor T03 tot historisch lage niveaus. In uitzonderlijke gevallen leidt dat ertoe dat een nieuwe EV minder kost dan een degelijke elektrische fiets — soms zelfs onder de circa 1.300 euro.
De maatregel is recent en speelt in tegen de trend in andere grote Europese markten, waar subsidies zijn afgeschaft en de verkoop van EV’s terugloopt. Italië richt zich expliciet op huishoudens met lage tot middeninkomens en koppelt sloop van vervuilende auto’s aan de subsidie; het nieuwe voertuig mag niet boven een vastgesteld maximumprijs uitkomen. De pot is beperkt en de aanvragen worden op volgorde van binnenkomst uitgekeerd, dus op = op.
Economisch zet het beleid druk op fabrikanten: merken die goedkope instapmodellen aanbieden — Dacia, Leapmotor en ook Stellantis met modellen als de Citroën ë‑C3 — profiteren direct, maar de massale prijsdaling vergt herbezinning van concurrenten zoals Volkswagen, Hyundai en Chinese producenten. Voor Italië is het een sociaal milieubeleid: vervuilende voertuigen van de weg halen en betaalbare mobiliteit mogelijk maken. Voor de industrie is het een proef: kan Europa concurreren met goedkope Aziatische EV’s of leidt dit tot een Europese prijzenslag?
De korte termijn biedt Italiaanse gezinnen een laagdrempelige weg naar elektrisch rijden; de lange termijn is onzeker — afhankelijk van de uitputting van de subsidiepot en of andere landen volgen. Het initiatief heeft al geleid tot een nieuw, laag prijspunt op de markt en zet fabrikanten en beleidsmakers onder druk om hun strategie te herevalueren.