Is het geniaal, of juist heiligschennis?
In dit artikel:
Komiek Jimmy Carr rijdt voortaan in een elektrisch gemaakte Aston Martin DB6 uit 1967. Het Britse bedrijf Electrogenic uit Oxfordshire heeft de klassieke GT omgebouwd en presenteerde het resultaat op Salon Privé bij Blenheim Palace. In plaats van de originele zescilinder ligt er nu ongeveer 60 kWh aan accu’s verspreid onder de motorkap en op de plek van de brandstoftank, en een elektromotor drijft de achterwielen aan.
In de standaardconfiguratie levert de motor 200 pk en 310 Nm, goed voor 0‑100 km/u in circa 6,5 seconden en een begrensde top van ongeveer 145 km/u. De praktische actieradius ligt rond de 240 km; laden kan thuis op 11 kW AC of onderweg via 100 kW snelladers. Wie meer wil, kan kiezen voor een upgrade naar 280 pk en 450 Nm, waarmee de sprint naar 100 km/u in zo’n 4,5 seconden kan en de topsnelheid rond 200 km/u komt, inclusief sportonderstel.
Electrogenic benadrukt dat de ingreep omkeerbaar en niet-destructief is: er wordt niet gegoten of gesneden in de originele carrosserie en alle aanpassingen passen binnen de bestaande structuur. Regeneratief remmen is instelbaar, van subtiele ondersteuning tot sterke éénpedaalwerking. Het bedrijf ontwikkelt vrijwel alle onderdelen zelf — van accupakketten en reductiebakken tot besturingssoftware — levert aan particulieren, fabrikanten en zelfs defensie, en verkoopt kant‑en‑klare kits voor modellen als de Defender, DeLorean, E‑Type en Mini. Eerder bouwden ze ook een Rolls‑Royce Phantom II om, voor acteur Jason Momoa.
De conversie illustreert de groeiende trend om klassieke auto’s elektrisch te maken: behoud van historische uitstraling gecombineerd met moderne bruikbaarheid en minder beperkingen door milieuzones. Of dat sacrilege of vernuft is, blijft smaak, maar de aanpassing is volledig terug te draaien.