Japanse auto's staan bekend om hun betrouwbaarheid, maar deze 7 modellen bewijzen het tegendeel
In dit artikel:
Japanse auto’s genieten in Nederland een bijna ongeschonden reputatie, maar zeven modellen tonen dat ook fabrikanten uit Japan fouten maken — vaak door experimentele techniek, bezuinigingen of verkeerde inschattingen van de markt. De voorbeelden betreffen auto’s die in specifieke bouwjaren opvallend vaak problemen geven; wie een tweedehands Japanner zoekt, moet dus kritisch kijken naar bouwjaar en onderhoudsgeschiedenis.
Nissan Pathfinder (midden jaren 2000; ook 2013–2014)
De Pathfinder werd als gezins-SUV verkocht, maar modellen uit circa 2005–2007 kregen regelmatig te maken met lekkende koelvloeistof naar de versnellingsbak; dat leidde tot dure reparaties of vervanging van de bak. Latere generaties meldden vaak elektronische en softwarefouten. In Nederland zijn Pathfinders niet talrijk; controleer het transmissieverleden grondig.
Subaru WRX (2006–2007)
De WRX heeft rallystatus, maar de modellen rond 2006–2007 kampen met kapotte koppakkingen, hoog olieverbruik en defecte turbo’s. Omdat veel exemplaren zijn getuned of hard zijn gereden, kunnen onderhoudskosten hoog oplopen — een gewilde auto onder liefhebbers, maar geen goedkope keuze in het onderhoud.
Mitsubishi Mirage (2014–2015)
Als goedkope stadsauto aantrekkelijk op papier, maar in de praktijk teleurstellend: rumoerige cabine, matige afwerking en motorproblemen bij hoge kilometerstanden. De driecilinder mist vaak kracht op snelwegkilometers en blijkt slijtagegevoelig; voor veelrijders soms duurder dan verwacht.
Nissan 350Z
Sportieve V6-pret, maar technische kwetsbaarheden zoals overmatig olieverbruik en distributiekettingslijtage komen veel voor. Veel Nederlandse exemplaren zijn geïmporteerd en intensief gebruikt; onervaren kopers lopen gemakkelijk tegen hoge reparatiekosten aan.
Mazda RX-8 (2004–2008)
De wankelmotor maakt de RX-8 aantrekkelijk voor puristen, maar is berucht om hoge olieconsumptie, compressieverlies en vroege motorstoringen. Vrijwel elk exemplaar vraagt specialistisch onderhoud; verwaarlozing van simpele onderhoudsbeurten kan tot motorschade leiden.
Suzuki Samurai (jaren ’80–’90)
Klein en licht, populair bij offroad-fans, maar op de weg problematisch: de korte wielbasis en stijve ophanging zorgden historisch gezien voor instabiliteit bij scherpe stuurbewegingen. Destijds kreeg het model van Consumer Reports een zeer negatief oordeel vanwege kantelgevaar; als dagelijkse auto weinig aan te raden.
Mitsubishi Eclipse (vooral 1999–2003 en 2007)
Sportief uiterlijk, maar kwetsbaar: transmissieproblemen, defecte wielophanging en elektronische storingen komen voor, naast slordige interieurbouw die sneller veroudert.
Wat betekent dit voor Nederlandse kopers?
Japanse merken blijven over het algemeen betrouwbaar, maar merknaam alleen is geen garantie. Check altijd bouwjaar-specifieke problemen, service- en onderhoudshistorie, eventuele tuning of importverleden en bekende terugroepacties. Bij modellen als de RX-8 is een compressietest en bij Pathfinders/ Eclipse een grondige inspectie van de transmissie essentieel. Daarmee voorkom je dat een ogenschijnlijk veilige keuze uit Japan toch duur uitvalt.