Kans dat een universele garage iets kan met een EV steeds groter

In dit artikel:

Universele autobedrijven in Nederland breiden snel hun aanbod voor elektrische voertuigen (EV) uit. Twee ketens die daarbij voorop lopen zijn Moobi (onderdeel van LKQ) en NexDrive (van de Alliance Automotive Group). Beide formuleconcepten richten zich specifiek op e-mobiliteit en ondersteunen zelfstandig opererende werkplaatsen met opleiding, apparatuur en technische hulp, zodat zij elektrische en hybride auto’s kunnen onderhouden en repareren.

Wat ze vragen en bieden
Beide formules stellen min of meer dezelfde eisen: minimaal één technicus per vestiging moet zijn opgeleid volgens de NEN 9140‑norm voor veilig werken aan hoogvolt-systemen, en de werkplaats moet beschikken over specifieke meet- en beveiligingsapparatuur voor hoogspanning. Naast basisveiligheid bieden ze trainingen (van theorie tot demonteren van batterijpacks) en een technische helpdesk die op afstand kan meedenken en meetwaarden kan analyseren. Daarmee willen ze voorkomen dat eenvoudige storingen onnodig naar merkdealers doorlopen of dat reparaties onvindbaar blijven.

Achtergrond en schaal
Moobi startte in 2019 in België met nadruk op laadpalen en energie, en breidde sinds 2023 uit naar compleet onderhoud en reparatie. In Nederland telt het concept inmiddels meer dan 300 aangesloten vestigingen — tegen een totaal van grofweg 8.000–10.000 universele autobedrijven. NexDrive heeft zo’n 66 vestigingen en legt zwaar de nadruk op gestructureerde trainingen en kwaliteitscontroles.

Praktijkervaringen uit de werkplaats
Er zijn voorbeelden van voorlopers die laten zien dat het kan: EV-Repair (Velserbroek), onlangs aangesloten bij NexDrive, onderhoudt en repareert meer dan 1.600 EV’s per jaar en werkt regelmatig voor dealers. DTS Lopik, aangesloten bij Moobi, specialiseert zich in B2B-trajecten en repareert ook complexe componenten zoals elektromotoren en drive‑units — een reparatie die aanzienlijk goedkoper kan zijn dan vervanging (nieuwe motoren kunnen >€10.000 kosten). Beide ondernemers benadrukken dat niet elk universeel autobedrijf hetzelfde niveau heeft, maar dat kennisdeling binnen de formules toeneemt.

Beperkingen: onderdelen en moeilijke storingen
Een hardnekkig knelpunt is de beschikbaarheid van onderdelen; in uitzonderlijke gevallen kunnen auto's maanden wachten op een specifiek onderdeel, iets waar zowel universele werkplaatsen als merkdealers last van hebben. Als reactie op levertijdproblemen draaien beide formules pilots met refurbished onderdelen. Voorbeelden: NexDrive test refurbished Tesla-onderdelen; Moobi biedt een vrijwel nieuwe batterijmodule voor een Volkswagen Golf GTE vanaf €1.895 inclusief montage en garantie — volgens Moobi vaak veel goedkoper dan bij merkdealers.

Preventie en keuringen
NexDrive promoot preventieve controle: een 120‑punteninspectie waarbij onder meer de batterij‑SoH, onderstel en verwarmings‑/koelelementen worden beoordeeld. Dit moet verborgen gebreken voor verkoop of inruil zichtbaar maken en zo onverwachte kosten voor koper en verkoper beperken.

Specialistische diagnose: House of Charge
Voor diepere batterijdiagnoses bestaat gespecialiseerde hulp, zoals House of Charge. Deze partij voert onafhankelijke, op locatie uitgevoerde diagnoses uit om bijvoorbeeld te onderscheiden of problemen door accuceldegradatie, BMS-fouten, condensatie of temperatuurmanagement komen. Hun werkwijze is oplossingsgericht: repareren, refurbishment of vervanging wordt tegen de praktische en financiële context van de klant afgewogen.

Conclusie en advies voor consumenten
Er is duidelijk beweging in het universele onderhoudskanaal voor EV’s: met gerichte opleidingen, helpdesks en refurbished onderdelen wordt onderhoud voor elektrische auto’s beter bereikbaar en betaalbaarder buiten het dealernetwerk. Toch is EV‑onderhoud nog niet overal standaard; kennisniveaus en uitrusting verschillen tussen vestigingen. Wie een gebruikte EV heeft of wil kopen, doet er verstandig aan te vragen of de eigen garage NEN 9140‑gecertificeerde monteurs en EV‑apparatuur heeft — de kans dat een universele werkplaats ‘ja’ zegt, groeit echter snel.