Leukste feitje over de Aston Martin DB7 blijkt niet juist

zondag, 12 oktober 2025 (12:52) - Autoblog.nl

In dit artikel:

Eind jaren ’90 stond Aston Martin op een keerpunt: geldgebrek dwong het merk zuinig te zijn na miljonverlies op de Jaguar XJ220, terwijl nieuwe eigenaar Ford wel middelen maar ook voorzichtige keuzes leverde. Uit die krappe begroting ontsproot verrassend de DB7, een elegant en commercieel succesvol gran turismo dat Aston Martin weer op de kaart zette.

Om kosten te besparen werden veel onderdelen uit het Ford/Mazda-concern gebruikt. Voorbeelden: achterlichten van de Mazda 323F, richtingaanwijzers van een MX-3, deurhendels en zij-indicatoren van MX-5/latere 323F-modellen, interieurergonomie van de Ford Scorpio en zelfs spiegels geleend van een Citroën CX. Die pragmatische aanpak maakte een fraai gestileerde auto betaalbaarder zonder het karakter van Aston te verliezen.

Het grootste hardnekkige gerucht — dat de DB7’s 6,0-liter V12 simpelweg bestond uit twee aan elkaar gelaste Duratec V6‑blokken — blijkt een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Ford-onderdelen, en met name de Duratec V6, dienden als technische benchmark. Roush experimenteerde met het koppelen van Duratec-secties om te testen hoe een V12 zou passen, en Ford had daarnaast al met Modular-V8-constructies geëxperimenteerd. Uiteindelijk ontwierpen Ford‑engineers een eigen 6,0-liter V12 voor de DB7; delen en ideeën van de Duratec zijn wel gebruikt, maar er is niet simpelweg twee V6’en samengevoegd.

Het resultaat was een betaalbare, karaktervolle GT die het financiële bloedverlies van eerdere projecten begon te herstellen en Aston Martin hielp herpositioneren. Voor liefhebbers is de DB7 daardoor zowel een symbool van creatieve spaarzaamheid als van technische samenwerking binnen het Ford‑concern.