Man haalt Chinese Audi naar Duitsland en onthult het pijnlijke geheim waar wij 30.000 euro te veel voor betalen

In dit artikel:

In de werkplaats van JP Performance in Dortmund onthult presentator Kraemer een Audi die formeel niet op onze Europese prijslijsten staat: de E5 Sportback, een model dat voortkomt uit samenwerking met de Chinese autogigant SAIC en uitsluitend voor de Aziatische markt ontwikkeld is. De auto blijkt een indrukwekkend pakket: ongeveer 787 pk, een 0–100 km/h in circa 3,4 seconden, een 800‑volt laadarchitectuur die volgens JP in tien minuten zo’n 370 km bijlaadt, en een breed 4K-dashboard met snelle Snapdragon-gestuurde software. Desondanks kost dit alles in China omgerekend slechts zo’n 30.000–40.000 euro.

Dat fysieke bewijs in Duitsland maakt de marktongelijkheid tastbaar. Terwijl Audi in Europa recent een A6 e‑tron in de markt zet met een gecommuniceerde vanafprijs rond 59.990 euro, toont de E5 hoe verhoudingsgewijs veel technologie en bouwkwaliteit voor aanzienlijk minder geld beschikbaar is. De E5 oogt en voelt premium — hoogwaardige materialen, elektrische deuren, stil rijcomfort — en lijkt op veel vlakken voor te lopen op wat Europese instap‑EV’s bieden, zonder de vier ringen op de neus.

De video van JP Performance trekt een scherpe conclusie: fabrikanten lijken in China agressief te concurreren (met merken als BYD en Xiaomi), waardoor marges daar minimaal zijn; die verliezen worden volgens de presentatie deels goedgemaakt bij Europese klanten die hogere prijzen betalen. De E5 wordt gepresenteerd als rijdend bewijs van die scheefgroei tussen wat technisch mogelijk en wat hier beschikbaar is tegen Europese prijzen.

Kort ter context: prijsverschillen hebben meerdere oorzaken — andere productiemodellen, subsidies, lokale schaalvoordelen, regelgeving en merkpositionering spelen mee — maar de Dortmund‑ontmoeting benadrukt vooral de perceptie dat Europese kopers relatief veel betalen voor vergelijkbare of zelfs minder geavanceerde techniek.