Man koopt container voor 100 dollar met Bond-auto en verkoopt hem voor bijna een miljoen aan Elon Musk
In dit artikel:
In 1989 kocht een aannemer van Long Island voor nog geen honderd dollar de inhoud van een opslagcontainer — blind, zoals in programma’s als Storage Wars — en vond iets onverwachts: een bedekte witte sportwagen zonder wielen, met vinnen aan de zijkanten en geblindeerde ramen. Pas toen hij het voertuig op een oplegger laadde en via de boordradio reacties van vrachtwagenchauffeurs kreeg, drong het tot hem door dat het om Wet Nellie ging: de beruchte Lotus Esprit S1 uit de James Bond-film The Spy Who Loved Me (1977).
Die Lotus was geen gewone filmprop. Van de acht ingezet exemplaren was dit de enige werkende onderzeeër die voor de onderwaterscènes in de Bahama’s werd gebruikt. Perry Oceanographic had de auto in de jaren zeventig omgebouwd voor ongeveer 100.000 dollar (tegenwoordig ruim een half miljoen), met vier elektromotoren zodat hij daadwerkelijk onder water kon rijden — maar het betrof een „wet sub”: inzittenden moesten duikuitrusting dragen omdat de cabine niet volledig waterdicht was.
Na een promotietour raakte de auto in opslag; de huur was aanvankelijk vooruitbetaald, maar toen die betaling ophield belandde de wagen onder de hamer. De aannemer restaureerde hem cosmetisch en hield de vondst lang voor zich. In 2013 bracht veilinghuis RM Sotheby’s de Lotus in Londen onder de hamer en het bod stopte bij 616.000 pond — destijds bijna een miljoen dollar.
Koper: Elon Musk. Hij wilde volgens berichten een Tesla-aandrijflijn inbouwen om het filmidee van een auto die van weg naar water gaat in werkelijkheid te brengen; die ombouw lijkt nooit te zijn voltooid. Wel is duidelijk dat het hoekige ontwerp van de Lotus invloed had: Musk noemt het werk van ontwerper Giorgetto Giugiaro als directe inspiratie voor de Tesla Cybertruck. Wat begon als een gok op een opslagveiling leverde zo niet alleen een miljoenenwinst op, maar ook een stukje film- en autogeschiedenis dat doorleeft in hedendaagse ontwerpen.