Natuurlijk is de stap van de Renault Zoe naar de 5 gigantisch maar de Zoe voelt zeker niet oubollig
In dit artikel:
Renault’s nieuwe elektrische R5 (R5 2.0) trekt veel aandacht en lijkt de eerdere Zoe snel naar de achtergrond te schuiven. Om te controleren of die hype terecht is, zetten we de twee naast elkaar in een praktische vergelijking, met onder meer een Zoe‑exemplaar uit maart 2023 (ruim 28.000 km) dat uit de showroom van Renault‑dealer Nieuwendijk in Hillegom kwam.
Uiterlijk en interieur
De R5 valt op met zijn retro‑design van Michel Boué en voelt nieuw en begeerlijk aan; de Zoe is minder showy maar zeker geen verouderd model. Binnenin zit je in de R5 laag bij het asfalt, wat de rijbeleving sportiever maakt. De Zoe heeft door de accu‑plaatsing een relatief hoge zit en is daardoor juist ruimer achterin. Ook de bagageruimte is in het voordeel van de Zoe: 338 liter tegenover 326 liter van de R5.
Actieradius en laden
Qua WLTP‑bereik noemt Renault voor de R5 Comfort Range 410 km; de Zoe (2e generatie, 52 kWh) staat op papier op 395 km en leverde in de praktijk ongeveer ~300 km — in de praktijk komen ze dus dicht bij elkaar. Waar de R5 duidelijk wint, is bij snelladen: maximaal 100 kW (80 kW bij de kleinere Urban Range), tegen 50 kW piek bij de Zoe. Omgekeerd laadt de Zoe aan wisselstroom sneller: 7,4 kW (1‑fase) en 22 kW (3‑fase), terwijl de R5 respectievelijk 5 en 11 kW haalt.
Prestaties en rijgedrag
De R5 is vlotter: top 150 km/h (tegen 140 km/h bij de Zoe) en 0–100 km/h in ongeveer 8,2 s (fabrieksopgave 8,0 s). De geteste Zoe haalde circa 10,1 s (Renault: 9,5 s). Vermogens: R5 150 pk (er is ook een 120 pk en een 95 pk instapversie), Zoe 135 pk; beide 245 Nm koppel. Renault heeft met de R5 ook duidelijk geïnvesteerd in wegligging: multilink achterophanging, directere besturing en een onderstel dat zowel comfort als dynamiek goed combineert. De R5 biedt vier rijmodi; in Sport voelt hij merkbaar scherper aan dan in Eco.
Historische context en conclusie
De Zoe was jarenlang een toegankelijke pionier op de Nederlandse EV‑markt en bleef bruikbaar na meerdere updates. De R5 zet echter een significante stap vooruit op gebied van styling, rijbeleving en snellaadcapaciteit. Toch verliest de Zoe niet alle troeven: meer achterruimte, iets grotere koffer en sneller laden aan wisselstroom maken hem nog steeds een verstandige keuze voor wie praktische ruimte en dagelijks comfort belangrijker vindt dan pure sportiviteit of designappeal. Kortom: de R5 is een overtuigende opvolger, maar de Zoe blijft relevant afhankelijk van persoonlijke prioriteiten.