Opvolging De Meo: Waarom Renault zich geen wereldster kan veroorloven
In dit artikel:
De Renault Groep, die wereldwijd slechts op de 13e plaats staat en in Europa nummer 3 is, heeft beperkte financiële mogelijkheden om een nieuwe CEO aan te trekken die een wereldwijd topinkomen verlangt. Dit komt mede doordat Renault niet actief is in Noord-Amerika en China, en de Franse staat een belangrijke aandeelhouder is met flinke invloed. Hierdoor wordt de kans groter dat Renault kiest voor een interne opvolger in plaats van een externe kracht.
De huidige CEO, Luca de Meo, verdiende in 2024 met 12,8 miljoen euro al een relatief hoog salaris, waar de Franse staat kritiek op had. Toch moest de Raad van Bestuur stevig onderhandelen om dit salaris goedgekeurd te krijgen. De Meo vertrekt op 15 juli naar een andere werkgever, waardoor een snelle benoeming van een opvolger noodzakelijk is.
Favorieten voor de functie zijn Denis Le Vot, CEO van Dacia, en Fabrice Cambolive, baas van Renault. Le Vot wordt gezien als de meest kansrijke kandidaat vanwege zijn succesvolle transformatie van het budgetmerk Dacia. Cambolive droeg ook bij aan het goede presteren van Renault, maar onder begeleiding van De Meo.
Er is ook een externe kandidaat, Maxime Picat, die momenteel leiding geeft aan inkoop en logistiek bij Stellantis en bekend is met strategische plannen. Hij werd echter aan de kant geschoven na een managementwissel bij Stellantis en zou met zijn ‘Tavaresiaanse methoden’ wel eens minder geschikt kunnen zijn als Renault de interne harmonie wil bewaren.
De keuze tussen een interne opvolger die continuïteit en sociale vrede waarborgt, en een ervaren buitenstaander met waardevolle kennis, zal cruciaal zijn voor de toekomst van Renault.