'Parttime-CEO' onder vuur: waarom Oliver Blume Porsche moest loslaten om Volkswagen te redden
In dit artikel:
Oliver Blume stapt terug als CEO van Porsche, maar blijft aan het hoofd van moederbedrijf Volkswagen. De raad van toezicht van Porsche maakte zijn vertrek bekend; zijn vermoedelijke opvolger is Michael Leiters, de voormalige topman van McLaren. Blume stond sinds 2015 aan het hoofd van Porsche en boekte onder zijn leiding recordwinsten en een succesvolle beursgang van ongeveer 9,4 miljard euro. In 2022 kreeg hij daarbovenop de macht bij Volkswagen, waardoor hij twee belangrijke functies combineerde.
Beleggers, analisten en interne stakeholders bekritiseerden die dubbelrol al maandenlang als onhoudbaar. Aandeelhouders vonden dat één bestuurder niet twee complexe concerns tegelijk effectief kan leiden; ook vakbondsleiders in Wolfsburg signaleerden dat de top niet verdeeld kan zijn over twee steden. De kritiek groeide omdat zowel Porsche als Volkswagen voor ingrijpende uitdagingen staan.
Porsche leverde sterke resultaten, maar onderhuidse problemen kwamen aan het licht: de elektrische Taycan kampte met leveringsproblemen, Chinese fabrikanten zoals BYD winnen terrein en binnen de Volkswagen-groep dreigen fabrieksluitingen en ontslagen. Blume presenteerde zijn vertrek bij Porsche als een heroriëntatie: hij wil zich volledig richten op het doorvoeren van een moeizame herstructurering bij Volkswagen, met saneringen, kostenbesparingen en een digitale transformatie.
De machtswissel bij Porsche weerspiegelt een breder dilemma in de Duitse auto-industrie: traagheid in innovatie, omvangrijke bureaucratie en te veel afhankelijkheid van oudere succesmodellen. De boodschap is duidelijk: de sector vraagt geconcentreerd leiderschap, snelheid en durf — te veel petten op één hoofd werken niet meer.