Psycholoog analyseert falende jongeren voor rijexamen: 'Ze missen basisdiscipline'
In dit artikel:
In Nederland en elders in Europa zakken veel jonge kandidaten massaal voor het rijexamen, en volgens een psycholoog wijst dat op iets anders dan slechte lesstof. Cijfers van het CBR laten zien dat in 2024 slechts 39,7% slaagde voor het theorie-examen auto (tegen 38,6% in 2023). Voor het praktijkexamen was het resultaat iets beter maar nog verre van rooskleurig: 51,3% slaagde in 2024 (52,1% in 2023). In Duitsland lukt 45% van de jongeren niet het theoretische examen en ruim een derde faalt praktisch — een patroon dat in heel Europa lijkt te bestaan.
De Duitse psycholoog Florian Becker, die onderzoek doet naar dalende cognitieve prestaties bij jongeren, plaatst de oorzaak niet bij instructeurs of te zware examens maar bij een tekort aan zelfdiscipline, concentratie en motivatie. Volgens hem meet het rijexamen vooral geheugen, focus en doorzettingsvermogen; falen daar suggereert zwakke algemene prestatieresultaten.
Becker wijst op maatschappelijke factoren die daaraan bijdragen. Helikopterouders die kinderen voortdurend vervoeren zorgen ervoor dat jongeren weinig eigen verkeerservaring opdoen als fietser of voetganger, wat basiskennis en -inzichten in verkeerssituaties ondermijnt. Ook verschuivingen in het onderwijs — minder nadruk op competitie en het vermijden van falen — zouden jonge mensen minder weerbaar maken bij tegenslag. Rijinstructeurs signaleren dat veel kandidaten te weinig eigen oefening, discipline of doorzettingsvermogen tonen om consequent te trainen.
Als gevolg ziet Becker het rijexamen steeds meer als een test van karakter in plaats van alleen kennis. Hij pleit voor een herijking van onderwijs en rijopleiding: meer aandacht voor verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en het opbouwen van veerkracht. Ouders, scholen en opleiders moeten volgens hem actiever bijdragen aan het vormen van verkeersdeelnemers die niet alleen een rijexamen halen, maar ook veilig en zelfstandig kunnen deelnemen aan het verkeer.
Kortom: de lage slaagpercentages worden hier gepresenteerd als symptoom van bredere sociale en opvoedkundige ontwikkelingen, met een oproep tot ingrijpen op meerdere fronten om jongeren beter voor te bereiden.