Richtingaanwijzers en rotondes: één simpele regel die 80% van de bestuurders negeert

zaterdag, 18 oktober 2025 (06:45) - Autobahn

In dit artikel:

In Nederland regelen veel rotondes dagelijks de verkeersstroom, maar richtingaanwijzers worden niet altijd juist gebruikt — terwijl ze cruciaal zijn voor veiligheid en doorstroming. Bij het naderen van een rotonde hoef je doorgaans geen knipperlicht te zetten, behalve wanneer je meteen de eerste afslag rechts neemt: zet dan vóór het oprijden je rechter richtingaanwijzer aan. Bij rechtdoor rijden of linksaf ga je bij het oprijden niet signaleren, maar kies je wél de juiste rijstrook; op tweebaansrotondes blijf je op de linkerbaan als je linksaf of helemaal rond wilt rijden (ANWB geeft hierover praktische aanwijzingen).

Je zet pas rechts richting aan zodra de afslag vóór die van jou gepasseerd is, zodat je duidelijk maakt dat je de rotonde gaat verlaten. Dat is ook wettelijk geregeld: artikel 55 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) verplicht tijdig aangeven bij richtingverandering. Vergeten te signaleren kan leiden tot een boete van ongeveer €75; in 2024 werden volgens berichten meer dan 18.000 boetes uitgedeeld voor het niet gebruiken van richtingaanwijzers bij afslaan of uitvoegen, en de politie voert regelmatig controles uit.

Grote voertuigen vormen een speciale situatie: vrachtauto’s en bussen moeten door hun lengte soms de binnenbaan gebruiken en zetten bij het oprijden links als signaal dat ze ruimte nodig hebben om uit te voegen. Houd afstand, blijf uit de dode hoek en geef ze ruimte (RDW-advies). Kortom: geen richting bij oprijden tenzij direct rechts, altijd rechts bij verlaten en extra alert bij zware voertuigen — zo verbeter je veiligheid en vloeit het verkeer beter.