Ronald moet áltijd een projectauto hebben (ook van zijn vriendin)
In dit artikel:
Ronald ter Steege groeide op tussen carrosserie en verf bij het kleine schadebedrijf waar zijn vader werkte; daar leerde hij als kind vakmanschap vooral door te doen. Rond zijn twaalfde kreeg hij zijn eerste serieuze opdracht: het opknappen van een oude trekker in de herfstvakantie. Die praktische leerschool zette door tot ver in zijn twintiger jaren: elk vrij uur besteedde hij in de werkplaats, maar hij zorgde er ook voor dat zijn schoolcijfers goed bleven, omdat de baas zijn rapporten controleerde.
Een bepalend moment was de restauratie van een Austin Seven voor het 850-jarig bestaan van het dorp in 1989. De familie reed in die gerestaureerde auto mee in de optocht, met ouders in klederdracht uit de jaren dertig; Ter Steege herinnert zich het nog als kind achterin. Later werd die Austin in Roden gebruikt tijdens de Roder Marktoptocht om mini-missen rond te rijden; Ronald kreeg de taak de auto te poetsen en genoot er enorm van toen hij na het behalen van zijn rijbewijs de wagen mocht rijden en later ook met zijn vriendin aan oldtimerrally’s deelnam.
Omdat hij liever in een eigen klassieke auto op pad wilde in plaats van steeds iemand anders’ bezit, kocht hij in 2006 zijn eerste projectauto. Dat markeerde de start van een hobby die uitgroeide tot een serieuze verzameling en restauratie-activiteit. Zijn partner moedigde hem juist aan door te zeggen dat hij vooral een nieuw project moest zoeken na het afronden van die eerste klus, iets waarvoor hij haar dankbaar is. De passie van Ter Steege laat zien hoe jeugdherinneringen, praktische ervaring en nostalgie samen een duurzame liefde voor het restaureren van klassieke auto’s kunnen vormen. (In de bijbehorende video is te zien hoe zijn collectie daarna verder groeide.)