Stellantis gooit de handdoek voor waterstof en onthult de echte redenen

In dit artikel:

Autogroep Stellantis (merken als Peugeot, Opel, Fiat en Citroën) stopt per 16 juli 2025 met de ontwikkeling en serieproductie van waterstofvoertuigen voor personen- en lichte bestelauto’s. Fabrieken in Frankrijk en Polen zullen geplande waterstofprojecten omzetten naar andere productlijnen. De beslissing geldt primair voor lichte voertuigen; waterstof blijft mogelijk relevant voor zwaarder transport en nichetoepassingen.

Drie factoren liggen aan de basis van de koerswijziging. Ten eerste is de tankinfrastructuur, ook in Nederland, nog te dun en ongelijkmatig verspreid om dagelijkse inzet betrouwbaar te maken. Ten tweede is de businesscase zwak: hoge ontwikkel- en productiekosten tegenover beperkte afzet zorgen dat schaalvoordelen uitblijven zonder forse subsidies of omvangrijke vlootorders. Ten derde is het marktsignaal duidelijk: meerdere grote spelers (onder meer een eerder teruggetrokken Hyvia-project) haken af, wat het klassieke kip‑en‑ei‑probleem van weinig tankstations versus weinig voertuigen versterkt.

Voor Nederlandse automobilisten en stadsbezorgers verandert het advies praktisch: kies eerder voor een batterij-elektrische auto of een moderne plug‑inhybride. Laadnetwerken breiden snel uit, er is een breder modelaanbod en restwaardes zijn voorspelbaarder dan bij waterstofmodellen. Wie toch voor waterstof wil vanwege snel tanken of toegang tot milieuzones, moet vooraf zorgvuldig de regionale tankdekking, serviceopties en eventuele contracten met exploitanten controleren.

Stellantis zegt niet te kiezen tegen innovatie, maar voor focus: investeer waar vraag en rendement samenkomen. Dat versnelt volgens het bedrijf de verdere verbetering en betaalbaarheid van EV’s en slimme hybrides, terwijl waterstof voorlopig vooral een optie blijft voor zwaar vervoer.