Terug naar bescheiden tijden met deze Toyota Corolla Coupé - In het wild

In dit artikel:

Toyota wil moderne modellen tot negen jaar actueel houden met software-updates — iets wat in de jaren tachtig nog niet bestond, toen fabrikanten vaker en sneller nieuwe generaties introduceerden. Een treffend voorbeeld uit die periode is de vierde generatie Corolla (introductie rond 1979), waarvan verschillende koetswerkvarianten verkrijgbaar waren: twee- en vierdeurs sedans, drie- en vijfdeurs stationwagons, een driedeurs coupé en een tweedeurs liftback (met een langer doorgetrokken dak). Voor een traditionele hatchback kon je bij de voorwielaangedreven Tercel terecht.

Motorisch bleef het aanbod simpel: vooral een 1.3 van 60 pk, in de liftback optioneel een 1.6 met 75 pk en voor wie meer wilde een GT‑coupé met een 1.6 Twin Cam van 108 pk. De getoonde rode coupé uit 1981 (dank aan forummer Pjotr) is de bescheiden 1.3 DX: stalen wielen, 60 pk, 150 km/h topsnelheid en 0–100 in 13,8 seconden. Mechanisch staat Toyota doorgaans goed aangeschreven, maar deze auto toont patina: roest bij de tankdop en motorkap, ongelijk gekleurde lak en een duplicaatcode op het kenteken. De auto had één eigenaar in de eerste 18 jaar; de huidige eigenaar rijdt er inmiddels ruim 11 jaar mee. Dat past bij de klassieke charme van de Corolla: degelijk en betrouwbaar, maar zichtbaar van leeftijd. Ter context: hybride aandrijving zou bij Toyota pas zo’n twintig jaar later prominent worden (denk aan de Prius in de late jaren ’90).