TEST – Dit zijn 3 nadelen van een spotgoedkope Volkswagen Passat PHEV
In dit artikel:
Auto Review zette in een recente vergelijkende test drie Duitse plug‑in stationwagons tegenover elkaar: de BMW 530e Touring (€74.134), Mercedes E 300e Estate (€80.382) en de opvallend goedkopere Volkswagen Passat 1.5 eHybrid (272 pk, €53.990). De test onderzocht waar de prijsverschillen in terugkomen en welke compromissen je met de voordelige Passat sluit.
Comfort: de Passat haalt het qua verfijning niet bij BMW en Mercedes. Achterwielophanging geeft af en toe een klonk, steentjes in de wielkuipen en meer wind‑ en motorlawaai vallen op. De standaardstoelen bieden minder verstelmogelijkheden en zitten minder comfortabel dan de optionele comfortstoelen van BMW en Mercedes. Het adaptieve DCC Plus‑onderstel van de Passat kent wel 15 instellingen, maar voegt weinig toe vergeleken met de hoogstaande vering van de twee E‑segmenters.
Rijgedrag en veiligheid: doordat BMW en Mercedes hun hybridevermogen grotendeels op de achterwielen zetten, bouwen zij op het circuit veel betere tractie op. De voorwiel‑aangedreven Passat met 272 pk heeft moeite grip te behouden, toont neiging tot uitwijking bij grensoverschrijding en wordt fors door elektronische systemen ingegrepen. Ook remprestaties blijven achter: noodstops vergen meer afstand dan bij de 5‑serie en E‑klasse.
Praktische beperkingen: qua buitenafmetingen is de Passat korter en smaller, maar binnenruimte is vergelijkbaar en met de achterbank plat heeft de Passat zelfs de grootste kofferbak. Wel heeft de eHybrid een beperkt laadvermogen van 505 kg, ongeveer 100 kg minder dan BMW en Mercedes.
Conclusie: zonder naar prijs te kijken zijn BMW en Mercedes superieur op afwerking, veercomfort en rijverfijning. Toch biedt de Passat Variant voor iets minder dan €55.000 een aantrekkelijk en praktisch reis‑/gezinsalternatief, mits je de genoemde concessies accepteert. Voor een compleet beeld en de pluspunten van de Passat verwijst Auto Review naar nummer 9 van het blad.