Test: Honda Prelude (2025) - Zijn onderstel smeekt om slingerende rivierdijken
In dit artikel:
Honda laat de Prelude na 24 jaar weer terugkeren als een compacte Gran Tourer die technisch stevig leunt op volumemodellen: het onderstel komt van de Civic Type R en de hybride aandrijflijn is verwant aan die van de gewone Civic, maar Honda voegt softwarematige snufjes toe om het karakter aantrekkelijker te maken. In plaats van een trendy SUV is de nieuwe Prelude een eleganter coupé-achtig 2+2‑model met nadruk op rijplezier en stijl.
Praktisch is de Prelude bewust geen ruime vierzitter: de wielbasis is zo’n 12 cm korter dan die van de Civic, waardoor de achterbank alleen geschikt is voor kinderen of bagage. Voorin is de ruimte comfortabel, de stoelen bieden goede zijdelingse steun en de hoofdruimte is royaal dankzij dakopbouwen. De kofferbak is met 264 liter compact maar bruikbaar (twee golftassen passen; met neergeklapte achterbank is ruimte voor vier banden — handig voor trackday-gebruik).
Afwerking en materiaalkeuze doen degelijk aan. Het interieur volgt een functionele route: veel fysieke knoppen en een overzichtelijk 10,2‑inch digitaal instrumentarium. Het multimediasysteem is echter overgenomen uit andere Honda’s en valt niet meteen in de smaak qua gebruiksvriendelijkheid; Apple CarPlay en Android Auto werken wel prima.
De aandrijving is hybride en draait voor de tractie hoofdzakelijk om een 184 pk sterke elektromotor met 186 Nm koppel. De 2,0‑liter benzinemotor fungeert vooral als generator en laadt, met een kleine 1,7 kWh‑accu als buffer. Tot hoge snelheden is er voldoende trekkracht; de topsnelheid ligt op 188 km/u. Honda probeert de hybride meer “levendig” te laten aanvoelen met een virtuele achttraps‑DCT-functie (S+ Shift) die schakelmomenten, koppelverloop en motorgeluid simuleert — inclusief flippers waarmee je remregeneratie in meerdere stappen kunt instellen. De soundtracking is deels echt: de viercilinder wordt zo gestuurd dat hij op het bijpassende toerental draait en zelfs toeren maakt bij terugschakelen, wat een nostalgisch randje geeft maar ook een beetje als een opgepoetste illusie voelt.
Chassis en weggedrag zijn een sterk punt: multilink‑achter en een geavanceerde Dual Axis Strut‑constructie vóór verbeteren wielgeometrie en beperken torque steer, terwijl de sturing veel informatie geeft en de balans prettig neutraal is. Elektronisch geregelde dempers bieden drie rijmodi (Comfort, GT en Sport); de Prelude neigt meer naar een comfortabele, dynamische GT dan naar het keiharde circuitkarakter van de Civic Type R. De standaardbanden (Continental PremiumContact 6) passen bij dat karakter.
Over de prijs is nog geen definitief besluit, maar Honda rekent zonder bpm op ongeveer €49.990; met een geschat bpm‑bedrag voor 2026 komt dat rond €55.790 uit — vergelijkbaar met een BMW 2‑serie Coupé. De Prelude is duidelijk geen NSX, maar Honda positioneert hem als een sportieve, smaakvolle keuze tussen alledaagse bruikbaarheid en rijplezier, waarmee het model het aanbod weer wat meer kleur geeft.